KLEINE THEOLOGIE
Gooi die messen maar in de hoek,
Zei ik,
Die hebben jullie hier niet nodig.
Daar is bier en als je iets anders wilt,
Vind je het wel in de ijskast.
Mijn huis is jullie huis, vrienden!
We lachten, dronken en dansten.
Voelden ons in hetzelfde schuitje
Diep met elkaar verbonden.
Jaren hebben we samengeleefd,
Als broeders, als een familie.
Vooral toen er vrouwen kwamen en kinderen.
Maar op een avond grepen ze me vast,
Trokken de kleren van mijn lijf,
Bonden me op een stoel
En kerfden met een mes
De naam van hun god in mijn borst.
Daarna sneden ze me de keel door.
Het laatste wat ik hoorde
Waren woeste overwinningskreten in de straat.
< Terug naar overzicht...
Alex Roeka