Uitdaging nr 1 van "De zeven uitdagingen van Novilo "
1. Overtuigd van vaststaande intelligentie
Uit wetenschappelijk onderzoek (onder andere van Carol Dweck) blijkt dat leerlingen die geloven dat hun intelligentie vaststaat uitdagingen uit de weg gaan. Bij hoogbegaafde kinderen is vaak, als positieve bemoediging tegen ze gezegd: “Wat ben je toch slim en snel dat je dat kunt”. Het gevolg van een dergelijk compliment is dat het kind aanleert dat intelligentie blijkbaar vaststaat en je dus iets wel kan (wat ben je slim) of niet kan (en dan zul je wel dom zijn). Een leerling kijkt dan niet meer naar een probleem als een uitdaging, maar als een mogelijke vijand die aan kan tonen dat hij/zij dom is.
marmot.
1. Overtuigd van vaststaande intelligentie
Uit wetenschappelijk onderzoek (onder andere van Carol Dweck) blijkt dat leerlingen die geloven dat hun intelligentie vaststaat uitdagingen uit de weg gaan. Bij hoogbegaafde kinderen is vaak, als positieve bemoediging tegen ze gezegd: “Wat ben je toch slim en snel dat je dat kunt”. Het gevolg van een dergelijk compliment is dat het kind aanleert dat intelligentie blijkbaar vaststaat en je dus iets wel kan (wat ben je slim) of niet kan (en dan zul je wel dom zijn). Een leerling kijkt dan niet meer naar een probleem als een uitdaging, maar als een mogelijke vijand die aan kan tonen dat hij/zij dom is.
marmot.