Vroeger was alles slechter.
Gedurende zo ongeveer 99 procent van de wereldgeschiedenis was 99 procent van de mensheid arm, hongerig, bang, vies, dom, ziek en lelijk. Blaise Pascal (1623-1662), de Franse filosoof, schreef in de zeventiende eeuw nog dat het leven één groot tranendal was. ‘De mens is groots omdat hij van zichzelf weet dat hij ellendig is,’ noteerde hij. Zijn Britse collega Thomas Hobbes (1588-1679) stemde in. ‘Smerig, beestachtig en kort,’ zo vatte hij het leven van de mens samen.
In de afgelopen tweehonderd jaar is die toestand op zijn kop gezet. In slechts één promille van de tijd die wij als soort hebben doorgebracht op deze planeet zijn miljarden van ons rijk, doorvoed, veilig, schoon, slim, gezond en soms zelfs mooi geworden. In 1820 leefde 84 procent van de wereldbevolking in extreme armoede.1 In 1980 was dat afgenomen naar 52 procent en nu, slechts een paar decennia later, zitten we onder de 10 procent.
Als het zo doorgaat is de extreme armoede – de toestand waarin bijna iedereen bijna altijd heeft geleefd – binnen dertig jaar uitgeroeid. De armen die dan nog overblijven, zullen tot de rijksten uit de wereldgeschiedenis behoren. Zo ontvangt een Nederlander met een daklozenuitkering nu al meer dan de gemiddelde burger in 1950 en vier keer zoveel als een Nederlander tijdens de zogenaamde ‘Gouden Eeuw’, toen de Hollanders nog heersten over de wereldzeeën.
R.Bregman.
Gedurende zo ongeveer 99 procent van de wereldgeschiedenis was 99 procent van de mensheid arm, hongerig, bang, vies, dom, ziek en lelijk. Blaise Pascal (1623-1662), de Franse filosoof, schreef in de zeventiende eeuw nog dat het leven één groot tranendal was. ‘De mens is groots omdat hij van zichzelf weet dat hij ellendig is,’ noteerde hij. Zijn Britse collega Thomas Hobbes (1588-1679) stemde in. ‘Smerig, beestachtig en kort,’ zo vatte hij het leven van de mens samen.
In de afgelopen tweehonderd jaar is die toestand op zijn kop gezet. In slechts één promille van de tijd die wij als soort hebben doorgebracht op deze planeet zijn miljarden van ons rijk, doorvoed, veilig, schoon, slim, gezond en soms zelfs mooi geworden. In 1820 leefde 84 procent van de wereldbevolking in extreme armoede.1 In 1980 was dat afgenomen naar 52 procent en nu, slechts een paar decennia later, zitten we onder de 10 procent.
Als het zo doorgaat is de extreme armoede – de toestand waarin bijna iedereen bijna altijd heeft geleefd – binnen dertig jaar uitgeroeid. De armen die dan nog overblijven, zullen tot de rijksten uit de wereldgeschiedenis behoren. Zo ontvangt een Nederlander met een daklozenuitkering nu al meer dan de gemiddelde burger in 1950 en vier keer zoveel als een Nederlander tijdens de zogenaamde ‘Gouden Eeuw’, toen de Hollanders nog heersten over de wereldzeeën.
R.Bregman.