Niet alleen atheïsten geloven niet in de God van de gods-religies.
Je zou kunnen zeggen dat ook gelovigen binnen zo'n religie niet in God geloven, maar in een mens, die hen vertelt van "God".
Zij geloven dus datgene wat een mens, in een bepaalde tijd, in een bepaalde situatie, hen vertelde en liet zien.
Wij weten, dat iemand die met antwoorden op schijnbaar onoplosbare vraagstukken komt, veel autoriteit wordt gegeven, vaak zelfs zonder logische onderbouwing.
En dat vooral in tijden van nood, en dus aan verklaringen van vragen uit die nood geboren.
Als de verklaringen maar bevredigend genoeg zijn, blijkt een onderbouwing die goddelijk heet te zijn, voldoende.
Ook nu nog in deze tijd en ook bbuiten religies.
Alles waar men zich over verwonderde en alles waarvoor iemand een (toen) geloofwaardige verklaring gaf, werd en wordt nog steeds als bewijs gezien van het profeetschap en dus van de waarheid van zijn woorden.
Het antwoord moest dan wel, of direct van God komen, maar toch minstens ingefluisterd zijn, door iets van bovennatuurlijke of goddelijke aard.
De daaruit volgende religies met hun hiërarchie, regels en wetten ontstaan later en op vaak op andere basis en motivaties.
Nog duidelijker dan bij de originele boodschap, is hier sprake van de invloed van de mens, ook al probeert hij die gedachte voor te zijn:
Of door zelf te verklaren, verdere gereedschappen van God te zijn en zichzelf dus autoriteit te geven.
En door de volgelingen, die hun allereerste idool niet meer kunnen raadplegen en nieuwe autoriteiten zoeken.
Er wordt dan vanuit gegaan, dat de boeken en/of woorden, die op schrift zijn bewaard of op een andere manier zijn overgeleverd de basis zijn voor hun religie.
De naar allerwaarschijnlijkheid oudst bewaarde, zouden dan gelijk de meest authentiek moeten zijn.
Dat er parallel aan elkaar totaal verschillende replica's kunnen bestaan wordt minder om gemaald.
De oplossing moet gevonden worden, dan toch voor de geloofwaardigheid.
Een verklaring van een (bijna) goddelijke onfeilbaarheid van een persoon is dan wel handig binnen een religie.
Een latere profeet heeft dat probleem ook onderkend.
Een beetje handig, maar niet helemaal, is dan de doorgegeven autoriteit van de laatste profeet aan zijn metgezellen en een paar geslachten na hen.
Klaarblijkelijk geen rekening houdend met het feit, dat de wereld niet "zeer spoedig aan zijn einde" kwam en zo de autoriteit van die paar generaties al eeuwen overleeft.
Het is dan de "theoloog" of de "geleerde", die bepaalt welk script voortaan te boek zal staan, als het "woord van God".
Als later oudere scripts gevonden worden, die wezenlijk iets anders zeggen, wordt dat niet meegenomen als zijnde meer authentiek, dus de inhoud als meer geloofwaardig.
Als de wereld toch niet snel vergaat en steeds meer mensen moeite hebben met de eeuwenoude verklaringen en woorden, omdat de zo gewenste kennis ervoor gezorgd heeft, dat een groot gedeelte van de gewenste verklaringen achterhaald zijn, zijn het weer de mensen, die zich in bochten gaan wringen, nu niet voor de verklaringen van de natuur, maar de verklaringen van "Het Woord".
Daarbij koste wat het kost proberen, Het Woord moet geloofwaardig blijven, op wat voor manier dan ook en de goddelijkheid ervan mag geen geweld aangedaan worden.
In 100% van de gevallen is het dus een mens, die voldoende geloofwaardig geacht wordt om hun op hun woord te geloven door een mens, wat de basis is van een religie.
Dat geldt voor alle religies, die zijn gebaseerd, op verkondiging door een mens van "Het Woord van God".
Je zou kunnen zeggen dat ook gelovigen binnen zo'n religie niet in God geloven, maar in een mens, die hen vertelt van "God".
Zij geloven dus datgene wat een mens, in een bepaalde tijd, in een bepaalde situatie, hen vertelde en liet zien.
Wij weten, dat iemand die met antwoorden op schijnbaar onoplosbare vraagstukken komt, veel autoriteit wordt gegeven, vaak zelfs zonder logische onderbouwing.
En dat vooral in tijden van nood, en dus aan verklaringen van vragen uit die nood geboren.
Als de verklaringen maar bevredigend genoeg zijn, blijkt een onderbouwing die goddelijk heet te zijn, voldoende.
Ook nu nog in deze tijd en ook bbuiten religies.
Alles waar men zich over verwonderde en alles waarvoor iemand een (toen) geloofwaardige verklaring gaf, werd en wordt nog steeds als bewijs gezien van het profeetschap en dus van de waarheid van zijn woorden.
Het antwoord moest dan wel, of direct van God komen, maar toch minstens ingefluisterd zijn, door iets van bovennatuurlijke of goddelijke aard.
De daaruit volgende religies met hun hiërarchie, regels en wetten ontstaan later en op vaak op andere basis en motivaties.
Nog duidelijker dan bij de originele boodschap, is hier sprake van de invloed van de mens, ook al probeert hij die gedachte voor te zijn:
Of door zelf te verklaren, verdere gereedschappen van God te zijn en zichzelf dus autoriteit te geven.
En door de volgelingen, die hun allereerste idool niet meer kunnen raadplegen en nieuwe autoriteiten zoeken.
Er wordt dan vanuit gegaan, dat de boeken en/of woorden, die op schrift zijn bewaard of op een andere manier zijn overgeleverd de basis zijn voor hun religie.
De naar allerwaarschijnlijkheid oudst bewaarde, zouden dan gelijk de meest authentiek moeten zijn.
Dat er parallel aan elkaar totaal verschillende replica's kunnen bestaan wordt minder om gemaald.
De oplossing moet gevonden worden, dan toch voor de geloofwaardigheid.
Een verklaring van een (bijna) goddelijke onfeilbaarheid van een persoon is dan wel handig binnen een religie.
Een latere profeet heeft dat probleem ook onderkend.
Een beetje handig, maar niet helemaal, is dan de doorgegeven autoriteit van de laatste profeet aan zijn metgezellen en een paar geslachten na hen.
Klaarblijkelijk geen rekening houdend met het feit, dat de wereld niet "zeer spoedig aan zijn einde" kwam en zo de autoriteit van die paar generaties al eeuwen overleeft.
Het is dan de "theoloog" of de "geleerde", die bepaalt welk script voortaan te boek zal staan, als het "woord van God".
Als later oudere scripts gevonden worden, die wezenlijk iets anders zeggen, wordt dat niet meegenomen als zijnde meer authentiek, dus de inhoud als meer geloofwaardig.
Als de wereld toch niet snel vergaat en steeds meer mensen moeite hebben met de eeuwenoude verklaringen en woorden, omdat de zo gewenste kennis ervoor gezorgd heeft, dat een groot gedeelte van de gewenste verklaringen achterhaald zijn, zijn het weer de mensen, die zich in bochten gaan wringen, nu niet voor de verklaringen van de natuur, maar de verklaringen van "Het Woord".
Daarbij koste wat het kost proberen, Het Woord moet geloofwaardig blijven, op wat voor manier dan ook en de goddelijkheid ervan mag geen geweld aangedaan worden.
In 100% van de gevallen is het dus een mens, die voldoende geloofwaardig geacht wordt om hun op hun woord te geloven door een mens, wat de basis is van een religie.
Dat geldt voor alle religies, die zijn gebaseerd, op verkondiging door een mens van "Het Woord van God".