‘Wanneer iemand jong, mooi, rijk en geacht is’, schrijft Schopenhauer, 'dan is het nog maar de vraag of hij daarbij ook opgewekt is. Is hij daarentegen opgewekt, dan is het om het even of hij jong of oud, recht van leden of gebocheld, arm of rijk is: hij is gelukkig.’ Kortom, het enige wat er werkelijk toe doet, is een goed humeur. Het komt erop neer te zorgen dat je lichamelijke beweging krijgt en geestelijk geprikkeld blijft, waarbij je erop moet blijven letten je niet te bekommeren om wat anderen van je vinden.
H.S