De kern van Leren lijden vat Appelo samen met een quote van Herman Finkers: ‘De dood is de laatste met wie je het bed deelt. Je kunt er maar beter vrienden mee worden.’
Appelo: ‘het leven is mij niks verschuldigd’
Roeliene Bos
‘Het is een heel raar verhaal als je zegt dat een ziekte jou niet had mogen overkomen’ zei René Gude over zijn naderende dood – inmiddels een jaar geleden – in de uitzending van De Wereld Draait Door op 29 september 2014. Schrijver en psycholoog Martin Appelo schreef het boek Leren lijden waarin hij deze stelling volledig onderschrijft. Onder meer Gude vormde voor hem een inspiratie.
Gude’s houding tegenover zijn onvermijdelijke lijden is er een die meer mensen aan zouden moeten nemen, meent Appelo. ‘Veel mensen die ziek zijn zeggen dat het niet eerlijk is, dat ze het niet verdiend hebben, of dat een ander het niet verdiend heeft. Als je dat zegt heb je een verwachting van het leven die niet overeen komt met de werkelijkheid. Het is precies zoals René zegt: “het leven heeft niet de verplichting mij te laten blijven.” Het leven is ons niks verschuldigd. We zijn er gewoon.’
De maakbare samenleving
Er heerst een taboe op lijden, stelt Appelo vast. Het liefst doen we onze ogen dicht en pretenderen we onoverwinnelijk te zijn. In Leren lijden schrijft hij: ‘we sluiten overal verzekeringen voor af. Die garanderen dat eventueel lijden direct ongedaan gemaakt wordt. We laten ons inenten om te vermijden dat we ziek worden. Want hoe dan ook willen we niet lijden, en als het toch moet, willen we er direct de baas over zijn.’ Gude pakte het bericht dat hij nog een paar maanden te leven had anders aan: ‘je moet het beest recht in de bek kijken’, zei hij in de bewuste uitzending van De Wereld Draait Door. ‘Als het klote gaat, dan gaat het klote.’ Velen prezen de houding van Gude na afloop van het programma. Ook Appelo. ‘René accepteerde zijn lot’, zegt hij. ‘Lang niet iedereen doet dat. In deze maakbare samenleving leren we elkaar dat ziekte en dood dingen zijn die niet zouden moeten bestaan. Kijk naar de wetenschap die ziektes in control probeert te krijgen. Alles wat met de dood te maken heeft, vermijden we. Op deze manier hebben we een fobie voor lijden ontwikkeld. Wie opgewassen wil zijn tegen het lijden, doet er goed aan de maakbaarheidsgedachte los te laten.’
Naast de maakbare samenleving wijst Appelo nog een schuldige aan: we denken altijd in tegenstellingen. ‘Lijden wordt veroorzaakt vanuit het perspectief van gezondheid. Dan is ziekte en dood per definitie slecht. Als je op de middenweg gaat staan, aan de ene kant ziek, aan de andere kant gezond, dan zal je minder lijden. Je houdt er rekening mee dat het je allebei kan overkomen.’
De middenweg
Mensen die lijden, denken vaak in termen van ‘of-of’. Of je lijdt, of je bent gelukkig. Appelo pleit voor de middenweg: ‘en-en denken’. Je kunt geluk ervaren en openstaan voor lijden, zoals hij beschrijft in zijn boek. Als we denken in termen van ‘en-en’ leren we dat het lijden bij het leven hoort. We leven en we lijden. Treedt het lijden eenmaal op, dan zijn veel mensen geneigd het te vermijden. Een bezigheid met averechts effect, schrijft Appelo in zijn boek: ‘hier geldt de wet van omgekeerde inspanning van Alan Watts. Als je het lijden wilt laten verdwijnen, dan grijpt het je bij de keel. Als je het accepteert, dan laat het je met rust.’
Troost
De wet van omgekeerde inspanning geldt ook voor mensen die hun dierbaren zien lijden. Je opdringen heeft een negatief effect. ‘Het is belangrijk dat je het lijden valideert en niet bagatelliseert. Je moet erkennen dat het verschrikkelijk is en aan de ander vragen wat hij of zij nodig heeft. Als iemand alleen wil zijn, dan moet je hem die eenzaamheid gunnen en je niet opdringen. Doe je dat wel, dan geef je weer toe aan het maakbaarheidsprincipe. Je zegt eigenlijk: “ik wil jouw pijn ongedaan maken” en dat kan niet.’ Mensen zeggen wel eens dat ze samen lijden en het samen doen. Dat is eigenlijk onmogelijk, vindt Appelo. ‘Iedereen heeft zijn eigen weg te gaan. Het sterfproces is echt een ander proces dan alleen achterblijven. Je kunt het leed niet met elkaar delen, maar je kunt wel delen dat je het niet kunt delen. Dat biedt troost.’
Vriendelijke omgang
Het boek maakt duidelijk dat het vermijden van leed geen optie is. Vriendelijker ermee omgaan daarentegen wel. De eerste kernstrategie is het bijstellen van onze verwachtingen. Appelo: ‘We stellen ons te veel voor van het leven. We moeten het leven op een apathische manier, zonder hartstocht, aanvaarden. Lijden overkomt je, of het overkomt je niet.’ Naast het naar beneden bijstellen van onze verwachtingen is er nog een strategie: aandachtsmanipulatie. ‘Je kunt via oefeningen jezelf in een positieve mindset brengen waardoor je het lijden beter kunt verdragen. Ik heb bijvoorbeeld een paar weken geleden een euthanasie begeleid. Die man was bang dat hij tijdens het overlijden in paniek zou raken. Ik heb hem tijdens het overlijden een verhaal voorgelezen dat we gebruikten tijdens de therapiesessies. Hij probeerde zijn aandacht hierop te vestigen en hij is heel rustig ingeslapen.’ Ook aandachtsmanipulatie past binnen het ‘en-en principe’, zegt Appelo. ‘Je bent enafgeleid en je hebt pijn, maar door je focus te verleggen, neemt je pijn af.’
De kern van Leren lijden vat Appelo samen met een quote van Herman Finkers: ‘De dood is de laatste met wie je het bed deelt. Je kunt er maar beter vrienden mee worden.’