IEN: MYSTIEK EN MENSELIJKHEID
VIJFTIEN: DE NIEUWE MYSTIEK: PARADIJS NU
De vervolmaakbaarheid van de Mens! Lieve hemel, wat een vervelend onderwerp!
D. H. Lawrence
Bij stervelingen passen sterfelijke dingen het best.
Pindarus
Inleiding bij deze vertaling:
Passmore citeert in dit boek de historicus Edward Gibbon, die de mensengeschiedenis omschrijft als “een verslag van de misdaden, verdorvenheden en dwaasheden van de mensheid” en Voltaire die dat niet minder bijtend doet als hij daarover zegt “het is weinig anders dan een lange opeenvolging van zinloze wreedheden…een verzameling van misdaden, dwaasheden en rampspoed.” En tot slot Hegel, “volken en regeringen hebben nooit iets geleerd van de geschiedenis,” wat, omdat volken uit individuen bestaan, overigens inhoudt dat die individuen ook nooit iets geleerd hebben van hun verleden en de weinigen die dat wel hebben gedaan, hebben het tij nooit kunnen keren.
Maar al die misdaden, dwaasheden en rampspoed zijn de hele geschiedenis door theoretisch voorgekookt, onderbouwd en gerechtvaardigd door de elite, door filosofen, geleerden, kerkvaders, religieuze en politieke leiders, die het onderling nooit met elkaar eens waren en al krakelend millenia lang de tijdgeest, de waan van de dag, de cultuur, gevoed, gevormd en veranderd hebben en altijd heeft het gewone volk hun praatjes geloofd en achter hun vaandels aangelopen en alle kinderen moesten en moeten nog steeds mee in de barre tocht naar Nergenshuizen.
Dit boek geeft een indrukwekkend en helder historisch overzicht van al die tegenstrijdige bedenksels, vanaf Plato tot de dag van vandaag. Plato met zijn ideale Staat met volmaakte filosoof-koningen en het klootjesvolk dat ten enenmale niet vervolmaakbaar is. Zijn voorgangers voor wie het hubris was om godgelijk te willen worden en de stoïcijnen voor wie dat het doel was. Aristoteles die ook vond dat het voor de mens onmogelijk was een geheel goddelijk leven te leiden en dat hij maar gewoon op een menselijk niveau moest leven. Philo die ook van mening was dat het verlangen om gelijk aan de goden te zijn de meest heilloze hartstocht was. Augustinus die zichzelf in zijn Belijdenissen portretteert als bange neuroot en in De Stad Gods schrijft dat de mens, uit vrije keuze verdorven en rechtens veroordeeld, een nageslacht voortgebracht heeft dat zowel verdorven als veroordeeld is. En dan de grote Hervormers, Luther en Calvijn, die ook beweerden dat de mens door en door verdorven was en maar veel moest bidden om genade. Leibniz die schrijft dat ons geluk nooit zal bestaan en ook niet behoort te bestaan uit een volledige vreugde, waarin niets meer te verlangen is en wat onze geest sloom maakt, maar uit een onafgebroken voortgang naar nieuwe genoegens en nieuwe volmaaktheden. En tot slot Karl Barth die ervan overtuigd was dat wij zondige schepsels zijn. De ene stroming zegt dat de mens wel enz enz
Slechts een klein stukje uit het boek.
http://www.verbodengeschriften.nl/html/devervolmaakbaarheidvandemens-2.html
marmot
VIJFTIEN: DE NIEUWE MYSTIEK: PARADIJS NU
De vervolmaakbaarheid van de Mens! Lieve hemel, wat een vervelend onderwerp!
D. H. Lawrence
Bij stervelingen passen sterfelijke dingen het best.
Pindarus
Inleiding bij deze vertaling:
Passmore citeert in dit boek de historicus Edward Gibbon, die de mensengeschiedenis omschrijft als “een verslag van de misdaden, verdorvenheden en dwaasheden van de mensheid” en Voltaire die dat niet minder bijtend doet als hij daarover zegt “het is weinig anders dan een lange opeenvolging van zinloze wreedheden…een verzameling van misdaden, dwaasheden en rampspoed.” En tot slot Hegel, “volken en regeringen hebben nooit iets geleerd van de geschiedenis,” wat, omdat volken uit individuen bestaan, overigens inhoudt dat die individuen ook nooit iets geleerd hebben van hun verleden en de weinigen die dat wel hebben gedaan, hebben het tij nooit kunnen keren.
Maar al die misdaden, dwaasheden en rampspoed zijn de hele geschiedenis door theoretisch voorgekookt, onderbouwd en gerechtvaardigd door de elite, door filosofen, geleerden, kerkvaders, religieuze en politieke leiders, die het onderling nooit met elkaar eens waren en al krakelend millenia lang de tijdgeest, de waan van de dag, de cultuur, gevoed, gevormd en veranderd hebben en altijd heeft het gewone volk hun praatjes geloofd en achter hun vaandels aangelopen en alle kinderen moesten en moeten nog steeds mee in de barre tocht naar Nergenshuizen.
Dit boek geeft een indrukwekkend en helder historisch overzicht van al die tegenstrijdige bedenksels, vanaf Plato tot de dag van vandaag. Plato met zijn ideale Staat met volmaakte filosoof-koningen en het klootjesvolk dat ten enenmale niet vervolmaakbaar is. Zijn voorgangers voor wie het hubris was om godgelijk te willen worden en de stoïcijnen voor wie dat het doel was. Aristoteles die ook vond dat het voor de mens onmogelijk was een geheel goddelijk leven te leiden en dat hij maar gewoon op een menselijk niveau moest leven. Philo die ook van mening was dat het verlangen om gelijk aan de goden te zijn de meest heilloze hartstocht was. Augustinus die zichzelf in zijn Belijdenissen portretteert als bange neuroot en in De Stad Gods schrijft dat de mens, uit vrije keuze verdorven en rechtens veroordeeld, een nageslacht voortgebracht heeft dat zowel verdorven als veroordeeld is. En dan de grote Hervormers, Luther en Calvijn, die ook beweerden dat de mens door en door verdorven was en maar veel moest bidden om genade. Leibniz die schrijft dat ons geluk nooit zal bestaan en ook niet behoort te bestaan uit een volledige vreugde, waarin niets meer te verlangen is en wat onze geest sloom maakt, maar uit een onafgebroken voortgang naar nieuwe genoegens en nieuwe volmaaktheden. En tot slot Karl Barth die ervan overtuigd was dat wij zondige schepsels zijn. De ene stroming zegt dat de mens wel enz enz
Slechts een klein stukje uit het boek.
http://www.verbodengeschriften.nl/html/devervolmaakbaarheidvandemens-2.html
marmot