Doing nothing: over meditatie.
Werkwoorden zoals lopen, fietsen, afwassen, schrijven, denken, fantaseren, concentreren, geven uiterlijke of innerlijke activiteiten aan. Je doet iets. Mediteren en contempleren hebben ook de vorm van een werkwoord. Het lijkt dus of je iets doet als je mediteert of contempleert. Maar dat is niet zo. Het is “niks doen”, geen enkele uiterlijke of innerlijke activiteit ontplooien.
Een meditatieve of contemplatieve houding aan nemen is dus niet alleen alle uiterlijke activiteiten stoppen, maar ook alle mentale activiteiten zoals: nadenken, je concentreren, verlangen, je voorstellingen maken of fantaseren, oordelen, piekeren, herinneren, willen, dagdromen, je zorgen maken, je ergens op richten, redeneren, argumenteren, en geloven stoppen.
Het paradoxale is dat “niks doen” langdurige oefening vereist. Onze geest, onze mind dendert innerlijk alsmaar door, vaak zelfs zonder dat we dat in de gaten hebben of het ons bewust zijn.
In een meditatief proces wordt je je van de werkzaamheid en invloed van de geest of mind bewust. Een van die werkzaamheden of invloeden van mentale activiteit is dat het de suggestie geeft dat er zoiets als een substantieel “ik” of ego is, los of afgescheiden van de rest van de werkelijkheid. Maar het is dus slechts een mentale activiteit, geen entiteit. Het bestaat niet het, het is een illusie. Maar wel een heel krachtige illusie en bovendien – volgens boeddha – de bron van alle lijden
Maar het boeddhisme verlangt niet van je dat je dat gelooft. Kenmerkend voor de boeddhistische meditatieve spiritualiteit is juist haar niet-autoritaire karakter. Beslissend is immers niet de een of andere leer die je op gezag zou moeten aannemen, op grond van “heilige schriften” of op gezag van een instituut. Het gaat er niet om dit of dat te geloven. Essentieel is een proces van zelf-onderzoek, de meditatieve praktijk, een ervaringsweg die je zelf moet gaan. Het is hoogstens zo dat personen met wat meer ervaring op het meditatieve pad wat begeleiding kunnen geven.
Maar je moet het zelf “doen”, dat “niks doen”
Werkwoorden zoals lopen, fietsen, afwassen, schrijven, denken, fantaseren, concentreren, geven uiterlijke of innerlijke activiteiten aan. Je doet iets. Mediteren en contempleren hebben ook de vorm van een werkwoord. Het lijkt dus of je iets doet als je mediteert of contempleert. Maar dat is niet zo. Het is “niks doen”, geen enkele uiterlijke of innerlijke activiteit ontplooien.
Een meditatieve of contemplatieve houding aan nemen is dus niet alleen alle uiterlijke activiteiten stoppen, maar ook alle mentale activiteiten zoals: nadenken, je concentreren, verlangen, je voorstellingen maken of fantaseren, oordelen, piekeren, herinneren, willen, dagdromen, je zorgen maken, je ergens op richten, redeneren, argumenteren, en geloven stoppen.
Het paradoxale is dat “niks doen” langdurige oefening vereist. Onze geest, onze mind dendert innerlijk alsmaar door, vaak zelfs zonder dat we dat in de gaten hebben of het ons bewust zijn.
In een meditatief proces wordt je je van de werkzaamheid en invloed van de geest of mind bewust. Een van die werkzaamheden of invloeden van mentale activiteit is dat het de suggestie geeft dat er zoiets als een substantieel “ik” of ego is, los of afgescheiden van de rest van de werkelijkheid. Maar het is dus slechts een mentale activiteit, geen entiteit. Het bestaat niet het, het is een illusie. Maar wel een heel krachtige illusie en bovendien – volgens boeddha – de bron van alle lijden
Maar het boeddhisme verlangt niet van je dat je dat gelooft. Kenmerkend voor de boeddhistische meditatieve spiritualiteit is juist haar niet-autoritaire karakter. Beslissend is immers niet de een of andere leer die je op gezag zou moeten aannemen, op grond van “heilige schriften” of op gezag van een instituut. Het gaat er niet om dit of dat te geloven. Essentieel is een proces van zelf-onderzoek, de meditatieve praktijk, een ervaringsweg die je zelf moet gaan. Het is hoogstens zo dat personen met wat meer ervaring op het meditatieve pad wat begeleiding kunnen geven.
Maar je moet het zelf “doen”, dat “niks doen”