We weten het allemaal.
Maar willen we het weten?
Uiteindelijk zijn er heel veel mensen, die liever hun kop in het zand steken.
Kijk maar naar de discussie over klimaatveranderingen, die overal lopen.
Aan de ene kant mensen, die panisch reageren op berichten van de steeds sneller dichterbij komende rampen op deze aarde en aan de andere kant de mensen, die deze veranderingen volledig toekennen aan de bekende cycli van de activiteit van de zonnevlekken.
Toch is het een feit, dat de poolkappen noord en zuid dramatische zijn verkleind.
Ook ik steek liever mijn kop in het zand, dan dat ik me realiseer, dat we misschien in het jaar 2050 nog maar de helft van ons Nederlandje over zullen hebben, als we niet al onze dijken met een meter ophogen.
Ook ik denk liever aan: Na ons de zondvloed.
Maar dat zou wel eens letterlijk kunnen zijn voor grote delen van de huidige bewoonbare wereld.
Misschien dat het 50 jaar langer zal duren, maar dat er grote veranderingen aan het komen zijn is zeker.
Is het tij nog te keren?
Ik weet het niet.
Maar zeker niet, als we onze kop in het zand blijven steken.
Niet (alleen) de geleerden.
Want die weten het al.
De leiders?
Die doen al het mogelijke om leider te blijven.
Nee, wij allemaal met onze spilzucht en onze behoefte om steeds weer alles aan de ander kant van de wereld te willen zoeken omdat dat (nu nog) goedkoper is en onze zucht om alles steeds weer nieuw te willen hebben en doorgaan met onze wegwerpmaatschappij.
WIJ, die onze medemensen aan de andere kant van de wereld hun vooruitgang in welvaart misgunnen.
WIJ, die kopen en kopen en kopen, omdat de chinezen voor een centje werken en goed werk afleveren.
WIJ, die profeteren van onze welvaart en onze behoeften halen aan de andere kant van de wereld.
WIJ, die midden in de winter verse tomaten willen uit Nieuw Zeeland en goedkope koffie uit Colombia.
WIJ die alles in plastic verpakt willen hebben, ook de kant en klaar maaltijden in zwaar plastic en het gewoon weer in de vuilnisbak mikken.
Waar natuurlijk eerst een grote plastic zak in moet, omdat we te beroerd zijn om de vuilnisbak af en toe schoon te maken.
WIJ,
JIJ en IK steken onze kop in het zand.
Maar willen we het weten?
Uiteindelijk zijn er heel veel mensen, die liever hun kop in het zand steken.
Kijk maar naar de discussie over klimaatveranderingen, die overal lopen.
Aan de ene kant mensen, die panisch reageren op berichten van de steeds sneller dichterbij komende rampen op deze aarde en aan de andere kant de mensen, die deze veranderingen volledig toekennen aan de bekende cycli van de activiteit van de zonnevlekken.
Toch is het een feit, dat de poolkappen noord en zuid dramatische zijn verkleind.
Ook ik steek liever mijn kop in het zand, dan dat ik me realiseer, dat we misschien in het jaar 2050 nog maar de helft van ons Nederlandje over zullen hebben, als we niet al onze dijken met een meter ophogen.
Ook ik denk liever aan: Na ons de zondvloed.
Maar dat zou wel eens letterlijk kunnen zijn voor grote delen van de huidige bewoonbare wereld.
Misschien dat het 50 jaar langer zal duren, maar dat er grote veranderingen aan het komen zijn is zeker.
Is het tij nog te keren?
Ik weet het niet.
Maar zeker niet, als we onze kop in het zand blijven steken.
Niet (alleen) de geleerden.
Want die weten het al.
De leiders?
Die doen al het mogelijke om leider te blijven.
Nee, wij allemaal met onze spilzucht en onze behoefte om steeds weer alles aan de ander kant van de wereld te willen zoeken omdat dat (nu nog) goedkoper is en onze zucht om alles steeds weer nieuw te willen hebben en doorgaan met onze wegwerpmaatschappij.
WIJ, die onze medemensen aan de andere kant van de wereld hun vooruitgang in welvaart misgunnen.
WIJ, die kopen en kopen en kopen, omdat de chinezen voor een centje werken en goed werk afleveren.
WIJ, die profeteren van onze welvaart en onze behoeften halen aan de andere kant van de wereld.
WIJ, die midden in de winter verse tomaten willen uit Nieuw Zeeland en goedkope koffie uit Colombia.
WIJ die alles in plastic verpakt willen hebben, ook de kant en klaar maaltijden in zwaar plastic en het gewoon weer in de vuilnisbak mikken.
Waar natuurlijk eerst een grote plastic zak in moet, omdat we te beroerd zijn om de vuilnisbak af en toe schoon te maken.
WIJ,
JIJ en IK steken onze kop in het zand.