Onderzoeker: zero tolerance rond drugs faalt
Amsterdam, 17 juni. Het zerotolerancebeleid tegen drugs heeft gefaald. Dat zegt criminoloog en drugsonderzoeker Ton Nabben van de Universiteit van Amsterdam. „Bijna niemand in het uitgaansleven trekt zich er iets van aan. Mensen verstoppen hun drugs voordat ze gaan stappen, of nemen het van te voren in.” Nabben verdedigt vandaag zijn proefschrift High Amsterdam, Ritme, roes en regels in het uitgaansleven.
In zijn dissertatie beschrijft Nabben het drugsgebruik in het Amsterdamse uitgaansleven in de afgelopen twintig jaar. Uit het onderzoek blijkt dat justitieel beleid maar beperkte invloed heeft op trends in drugsgebruik. De opkomst van subculturen, het imago van een drug, prijs, kwaliteit en aanbod hebben meer impact.
Drugsgebruik
Volgens Nabben claimt de politie dat zero tolerance succes heeft geboekt, terwijl de daling van drugsgebruik al vijf jaar voor het begin van de strengere aanpak was ingezet. „Het beleid werd ingevoerd op een moment dat het drugsgebruik was gereguleerd en dat er geen incidenten waren. Toch vond justitie een harde aanpak nodig. Maar wie neemt er nu aanstoot aan xtc-gebruik op dancefeesten? Zelfs nuchtere bezoekers niet.”
Het doel van het zerotolerancebeleid was ook om grootschalige handel op feesten aan te pakken. „Maar die is er helemaal niet”, zegt Nabben. „Er is een cultuur van delen en niet van dealen. Heb je een pil over, dan ruil je die voor een drankje. Als buitenstaander ziet de politie dit als dealen. Maar uit de kleine hoeveelheden die ze in beslag nemen, blijkt dat dit niet zo is.”
Nabben heeft voor zijn onderzoek rapportages van de Horeca Interventie Teams ingezien via de Wet Openbaarheid Bestuur. Daaruit blijkt volgens hem dat de politie zero tolerance als „oneindige missie” ziet. „De politie begint te twijfelen of het beleid wel zin heeft. Het effect is dat steeds meer jonge mensen in aanraking komen met justitie. Willen we dat wel?”
„Terug bij af”
Volgens Nabben is Nederland „na de dood van Simon Vinkenoog weer terug bij af”. Hij doelt hiermee op het feit dat de politie zich weer richt op de gebruiker, net als in de jaren zestig toen dichter Vinkenoog heeft vastgezeten wegens bezit van een kleine hoeveelheid marihuana. Nabben: „Vinkenoog stond symbool voor veel jongeren die om deze reden in de cel zaten. Het justitieapparaat raakte verstopt, daarom heeft Van Agt in 1976 het gedoogbeleid ingevoerd. Het lijkt wel alsof men geen historisch besef heeft.”
Uit: NRC.