Mediteren is echt heel exact
Interview: Nijmeegse logicus en boeddhist Henk Barendregt wil bewustzijn doorgronden.
Henk Barendregt houdt als wiskundige en logicus lezingen over wat hij tijdens meditatie ontdekte over het bewustzijn. Dat wekt soms weerstand. Door Martijn van Calmthout
Het zullen wel de natuurlijke opiaten zijn geweest, gevolg van dagenlang in stilte in diepe meditatie verkeren, maar ermee stoppen was hoogst onaangenaam. Tot kotsen aan toe.
Zegt de Nijmeegse wiskundige Henk Barendregt in een lederen herenfauteuil in een Utrechts hotel, waar hij even is neergestreken. Een beminnelijke man, behoedzaam, precies spreker, iemand die vaak zoekt naar het juiste woord, maar met de rust van iemand die weet dat dat woord er ook zal zíjn. Donkere stem, maar eerder gefluisterd dan indringend.
Die onaangename ervaring, dat was rond 1980, tijdens een intensieve meditatieretraite in Huijbergen. Zijn eerste, nadat hij jaren eerder als postdoc in Californië met mediteren kennis had gemaakt.
Dat was heerlijk, extatisch. Maar de terugkeer deed fysiek zeer. Misselijkheid. Angst. Verwarring. Een beetje, zegt hij, alsof het leven uiteen valt, schokkerig wordt. Een film uit de jaren twintig.
Zijn meester leerde hem ermee omgaan. Als een parachutist die de eerste keer in vrije val denkt dat-ie dood gaat. En die later genietend om zich heen kan kijken, hoezeer zijn maag ook meldt dat er geen zwaartekracht is. Je kunt het trainen, wil hij maar zeggen.
Zelf geeft eens in de week in de avonduren meditatie-les in Nijmegen. Om anderen aan te reiken wat hij heeft geleerd en ervaren. In de overtuiging dat een wereld vol boeddhisten een betere wereld is. Rustiger. Geconcentreerder. Vredelievender ook.
Barendregt heeft zijn zwarte hoed en knapzak op tafel gelegd en is meteen begonnen. Hoe, zo was de vraag, is het begonnen: dat mediteren, zijn boeddhisme? Voor of na de wiskunde? En heeft de exacte wetenschapper Henk Barendregt er ook iets concreets aan?
Tegenwoordig geeft hij er lezingen over. En, nog interessanter: heeft hij er de inspiratie in gevonden voor een opmerkelijke wending in zijn carrière. Want Barendregt mag dan naam hebben als wiskundige en logicus, docent en onderzoeker, sinds kort is hij een van de Nijmeegse onderzoekers die aspecten van het menselijk bewustzijn willen doorgronden.
Een groot onderwerp, jawel. 'Maar zelfs als het nog honderd jaar duurt voor men er wat meer van begrijpt, hebben we toch maar mooi een begin gemaakt.' Hij zegt het zonder valse bescheidenheid. Een hoogleraar biofysica en een hoogleraar psychiatrie werken met hem samen, het college van bestuur heeft hem de ruimte gegeven, er komen drie extra aio's bij.
Het menselijk bewustzijn, zegt Barendregt, is een raadsel, nog steeds. 'Het bewustzijn houdt verband met het brein, dat weten we. Maar niemand weet hoe een reeks elektrische pulsen in dat brein een gedachte kunnen ervaren of een beeld, een gevoel.'
En op dat punt, zegt hij, komt de catharsis van die vroegere retraite van pas. Het moment dat het geruststellende continuüm van alledag uiteen begon te vallen, schokkerig werd als een antieke film.
'Ik ben pas later gaan beseffen wat dat zou kunnen betekenen. Het zou kunnen dat de vloeiende realiteit die wij zo normaal vinden, in feite een construct van onze geest is. De discrete stapjes, de beelden die de film vormen, zien we niet, maar zijn er wel. En dat is ook niet onlogisch. Neuronen vuren, gaan aan en uit. Discrete stapjes. Alleen houden we ons denken en voelen normaal zo bezig dat de fragmentatie verborgen blijft.'
Fobieën
Barendregts vader was hoogleraar klinische psychologie. Geestesziekten werden thuis besproken. Fobieën, zei senior, zijn angsten die de patiënt houvast bieden.
Daarin ziet de zoon nu aanknopingspunten. Komen psychoses wellicht voort uit de ontregeling van het continuüm in ons bewustzijn? Is het de fragmentatie die geestesziekten veroorzaakt? En zijn neuroses misschien de manieren waarop mensen hun versplinterde bewustzijn nog een beetje bij elkaar houden? Zodat het leven enigszins werkbaar wordt?
Hij weet het, het zijn gewaagde hypotheses, zeker voor een gerenommeerd logicus die ver buiten zijn boekje gaat. Ook al heeft hij ze zelf ervaren, al mediterend. Het wekt weerstanden op, zeker. Hij hield een voordracht op de Koninklijke Akademie in Amsterdam, een jaar of wat geleden. Over meditatie, bewustzijn, het idee van het discontinue bewustzijn.
Achteraf hoorde hij dat een Akademielid de KNAW-president – Pim Levelt was dat nog – had benaderd. Dat die Barendregt met zijn vage boeddhistische praat geen plaats verdiende in de Akademie. Het leidde uiteindelijk tot een persoonlijke wisseling van argumenten via de mail. Interessant. Het scherpte ook zijn eigen inzichten.
Zo heeft elke tegenslag of oppositie ook positieve kanten, een idee dat boeddhisten bij uitstek met zich meedragen. In het dagelijkse leven, vooral, zegt Barendregt. 'Er is veel kwaads in de wereld. Geliefden worden ziek, sterven. Dat geeft nog steeds droefheid. Maar je hoeft je er niet in te verliezen.'
Dat de buitenwereld meditatie associeert met vaag gedoe en zweverigheid, begrijpt hij best. Maar voor Barendregt is het een buitengewoon exacte bezigheid, van concentratie en opmerkzaamheid. 'Meditatie is training van de geest. Zoals een sporter traint om zijn spieren, zijn reactie- en uithoudingsvermogen te verbeteren, kun je dat ook doen met je geest. Als wetenschapper heb ik er veel aan.'
Boeddhisten geven twee aspecten aan het bewustzijn: de inhoud en het type. De inhoud betekent observeren wat er is. Maar daarbij komt het type, ook wel de sfeer of affectieve kleur, die vooral met de schouwer samenhangt.
Een kop thee is een kop thee, maar het bewustzijn daarbij kan prettig zijn, of boos. Bij meditatie gaat het erom die tweede laag te onderkennen en zelfs te verbeteren. Waarbij de mediterende persoon steeds beseft wat er gebeurt. Als het goed is, zegt Barendregt, treedt er een zekere afstandelijkheid op. 'Je observeert de geest.'
Hype
Dat laatste, die afstandelijkheid ten opzichte van het eigen denken en doen, blijkt in de psychologische praktijk zelfs een regelrechte hype te worden. Mindfulness, zoals de stroming is gaan heten, trekt aandacht van psychologen omdat het lijkt te werken. Beter bijvoorbeeld dan oorspronkelijke cognitieve psychotherapie, weet Barendregt, het bewust corrigeren van negatieve gedachten en vervangen door positieve. Zodat halfvolle glazen halfvol zijn, in plaats van halfleeg. Na drie depressies is de kans op een nieuwe terugval wel 80 procent. Met mindfulness-therapie ligt dat rond de 45 procent.
'Mindfullness is iets gemakkelijker en iets realistischer, minder een kunstje, minder bureaucratisch haast. Je ziet een halfvol glas en je realiseert je: ik heb de neiging om het halfleeg te noemen, zo ben ik nu eenmaal, dus als er een dipje komt, is dat niet erg, niet raar. Zo ben ik nu eenmaal. Je neemt afstand van je dipje.'
Mindfullness, stelt Barendregt vast, is de laatste jaren in de mode gekomen. Dat maakt dat de verwachtingen ervan misschien wat overdreven zijn geworden.
Maar het heeft ook voordelen, haast hij zich. Zes jaar geleden kon hij artikelen over bewustzijn en meditatie moeilijk publiceren. Nu gaat dat toch makkelijker.
De resultaten, moet er wel bij gezegd, beginnen ook concreter te worden. Vandaar ook het nieuwe onderzoeksprogram, waarin bijvoorbeeld experimenteel wordt onderzocht waarom sommige mensen beter reageren op een therapie dan andere. Heeft dat iets te maken met de manier waarop hun bewustzijn gefragmenteerd is?
Dat betekent bijvoorbeeld ook mensen in de scanner, wat ver weg is van zijn professie als wiskundige. Maar ook daarmee zijn natuurlijk raakvlakken. Waarom is de één een grote wiskundige en de ander een krabbelaar? Barendregt: 'Er is een elementaire reden, sommige mensen hebben een beter geheugen, kunnen dingen sneller doorrekenen. Dat is voor iedereen verschillend. Maar er is ook iets anders. Het vergt een zekere moed om als wiskundige de exactheid soms juist wat los te laten. Om te werken met dingen die nog niet netjes gedefinieerd zijn. Een vrijheid van geest, die is ook nodig. Dat is wat de echt grote wiskundigen kenmerkt, denk ik.
'Maar dat is niet alleen voor de wiskunde zo. Dat geldt voor elke wetenschap, voor de kunsten. Voor het leven zelf, in feite ook.'
Maar dat is minder abstract dan veel wiskunde. 'Mensen zijn vaak angstig voor die abstractie. Niet terecht. Ieder leven is vol abstracties. Een begrip als donderdag is heel abstract, er is de cyclus van licht en donker, geordend in een cyclus van zeven dagen. Dat is niet triviaal, alleen zijn we eraan gewend.'
Wiskunde is toch formules?
'Dat is het ambachtelijke, de manier waarop je nu eenmaal de dingen moet opschrijven die je hebt ontdekt. Maar wat je hebt ontdekt, is vaak helemaal niet zo technisch. Een wiskundige doet dat in zijn hoofd. Je manipuleert begrippen, springt van hier naar daar, ziet verbanden, en besluit dat een conclusie klopt. Allemaal flarden, die je het gevoel geven dat je eruit bent.'
Daar word je dan blij van? 'Jazeker. Je doet echte ontdekkingen, gewoon achter je bureau.'
Een vrolijke boel dus, die wiskunde? 'Nee, niet echt. Wiskundigen zijn soms wat moeizaam. Maar dat komt door de mate waarin men zich moet concentreren.'
En soms zit je vast. 'Dat kan heel vervelend zijn. Soms zit je als wiskunde wel driehonderd jaar vast.'
En dan? 'Dan ga je andere dingen doen, eromheen proberen te komen. Andere routes vinden.
'Die wiskunde ligt er al om verkend te worden. Ongeveer zoals de natuurwetten in de fysica. Er is veel wiskunde over de wiskunde van anderen, maar de basis bestaat onafhankelijk van ons.'
Een kwestie van noest in kaart brengen? 'Niet helemaal. Ik vergelijk wiskunde wel eens met een bibliotheek met alle mogelijke boeken. Het eerste boek bevat alleen de A. Het tweede AA, enzovoorts, tot iets dat eindigt op …ZZZZ. Stel dat boeken maximaal een triljoen letters bevatten. Alles is er al, maar je kunt een bepaald boek alleen pakken door het zelf te schrijven. Dat is wat wiskundigen doen: weten dat een bepaald boek er zijn moet, maar het zelf schrijven om het anderen te kunnen laten zien.'
'Niemand weet hoe een reeks pulsen een gedachte kunnen worden'
Uit Hart en Ziel