Weten en niet weten.
“Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet ,” merkte Socrates op, en deze uitspraak moet – op grond van wat Plato en Xenophon schreven over de man die deze woorden zei- ironisch worden opgevat. Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet dienen we dus te begrijpen als [ ik leg Socrates nu even mijn eigen woorden in de mond.]:
Ik stel me niet tevreden met welke kennis dan ook die jullie afdoende vinden. Als dát weten is, dan zal ik wel niets weten, want ik zie bezwaren tegen jullie zekerheden en vind de fundamenten ervan wankel. Maar ik weet tenminste dat ik niets weet, dat wil zeggen, ik heb genoeg argumenten om niet te vertrouwen op wat men beschouwt als weten. Misschien weten jullie echt zoveel als jullie pretenderen, maar indien dat zo is, moeten jullie in staat zijn om mijn vragen te beantwoorden en mijn twijfels weg te nemen Laten we dus samen onderzoeken wat voor kennis doorgaat en laten we alles verwerpen wat de zogenaamde deskundigen niet staande kunnen houden in ons spervuur van vragen. Werkelijk weten in niet hetzelfde als domweg herhalen wat bekend wordt verondersteld. Weten dat wij niets weten, is beter dan aanvaarden wat we niet zelf hebben uitgezocht. Een niet onderzocht leven, oftewel een leven dat de gangbare antwoorden op essentiele vragen niet op een weegschaal legt, noch een poging waagt om ze zelf te beantwoorden is het leven niet waard.
Socrates wilde hiermee duidelijk maken dat de filosofie er niet is om een einde te maken aan onze verwondering over de raadsels van het leven, maar juist om ons altijd nieuwsgierig te laten blijven.
Eerder dan de ware antwoorden te geven dient filosofie duidelijk te maken waarom zoveel schijnbaar ware antwoorden niet overtuigen. Het is één ding kennis te bezitten na te hebben nagedacht en gedebatteerd, het is iets heel anders klakkeloos kennis over te nemen om maar niet zelf te hoeven nadenken. Eerder dan uit kennis vergaren, bestaat filosoferen er immers uit ons schrap te zetten tegen hen die menen de waarheid in pacht te hebben.
In de wijsbegeerte is het belangrijk om kennis te vergaren, maar nog belangrijker is om kritiek te leveren op wat we half weten., en vooral op wat we menen zeker te weten. Eerder dan te weten waarom hij beweert wat hij beweert, dient een filosoof te weten waarom hij twijfelt aan wat anderen beweren of waarom hij zelf niets beweert. Deze kritische functie van wijsbegeerte heeft op zich al grote waarde-ook als temidden van degenen die mensen alles zeker te weten filosoof de enige is die aanvaardt dat hij niet weet, maar zich ten minste rekenschap geeft van zijn onwetendheid.
Fernando Savater Hoogleraar filosofie
“Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet ,” merkte Socrates op, en deze uitspraak moet – op grond van wat Plato en Xenophon schreven over de man die deze woorden zei- ironisch worden opgevat. Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet dienen we dus te begrijpen als [ ik leg Socrates nu even mijn eigen woorden in de mond.]:
Ik stel me niet tevreden met welke kennis dan ook die jullie afdoende vinden. Als dát weten is, dan zal ik wel niets weten, want ik zie bezwaren tegen jullie zekerheden en vind de fundamenten ervan wankel. Maar ik weet tenminste dat ik niets weet, dat wil zeggen, ik heb genoeg argumenten om niet te vertrouwen op wat men beschouwt als weten. Misschien weten jullie echt zoveel als jullie pretenderen, maar indien dat zo is, moeten jullie in staat zijn om mijn vragen te beantwoorden en mijn twijfels weg te nemen Laten we dus samen onderzoeken wat voor kennis doorgaat en laten we alles verwerpen wat de zogenaamde deskundigen niet staande kunnen houden in ons spervuur van vragen. Werkelijk weten in niet hetzelfde als domweg herhalen wat bekend wordt verondersteld. Weten dat wij niets weten, is beter dan aanvaarden wat we niet zelf hebben uitgezocht. Een niet onderzocht leven, oftewel een leven dat de gangbare antwoorden op essentiele vragen niet op een weegschaal legt, noch een poging waagt om ze zelf te beantwoorden is het leven niet waard.
Socrates wilde hiermee duidelijk maken dat de filosofie er niet is om een einde te maken aan onze verwondering over de raadsels van het leven, maar juist om ons altijd nieuwsgierig te laten blijven.
Eerder dan de ware antwoorden te geven dient filosofie duidelijk te maken waarom zoveel schijnbaar ware antwoorden niet overtuigen. Het is één ding kennis te bezitten na te hebben nagedacht en gedebatteerd, het is iets heel anders klakkeloos kennis over te nemen om maar niet zelf te hoeven nadenken. Eerder dan uit kennis vergaren, bestaat filosoferen er immers uit ons schrap te zetten tegen hen die menen de waarheid in pacht te hebben.
In de wijsbegeerte is het belangrijk om kennis te vergaren, maar nog belangrijker is om kritiek te leveren op wat we half weten., en vooral op wat we menen zeker te weten. Eerder dan te weten waarom hij beweert wat hij beweert, dient een filosoof te weten waarom hij twijfelt aan wat anderen beweren of waarom hij zelf niets beweert. Deze kritische functie van wijsbegeerte heeft op zich al grote waarde-ook als temidden van degenen die mensen alles zeker te weten filosoof de enige is die aanvaardt dat hij niet weet, maar zich ten minste rekenschap geeft van zijn onwetendheid.
Fernando Savater Hoogleraar filosofie