Trouw 20-11-11
Marc van Dijk
Zijn werkzame leven lang was Jan Knol predikant. Nu hij met emeritaat is, preekt hij over de filosofie van Spinoza. Vandaag bejubelt hij tijdens de Spinozadag het leven zonder vrije wil.
Ergens rond het jaar 2000 zat Jan Knol in de trein, en las hij voor het eerst een boek over de zeventiende-eeuwse filosoof Baruch Spinoza. Het veranderde zijn wereld.
De gereformeerde predikant zat al zo'n dertig jaar in het vak en bevond zich in een algehele geloofscrisis. Knol: "Vanaf mijn eerste actieve jaren had ik de kerk zien verdampen. Dat ging me aan het hart - dat is nog steeds zo. Ik probeerde van alles om het tij te keren, maar het hielp niet, althans: niet genoeg. Ineens wist ik: het ligt aan de boodschap. Dat besef kwam door Spinoza."
Niet dat God overboord moest. Spinoza (1632-1677), de Joodse wonderleerling die al op jonge leeftijd uit de synagoge verbannen werd wegens zijn onorthodoxe vragen en ideeën, heeft altijd vastgehouden aan het begrip God. En toch werd hij al snel als een ketter beschouwd, een vijand van het geloof.
Knol: "Eigenlijk is dat vreemd, als je bedenkt hoe centraal God bij Spinoza staat - alleen al in zijn hoofdwerk de 'Ethica' valt het woord God zo'n zeshonderd keer. Als ze hem dan toch iets wilden verwijten, hadden ze hem beter van een teveel aan God kunnen beschuldigen. Hoewel ook dat onterecht was geweest."
Wat was het dat Jan Knol (1946) in die trein deed inzien dat zijn werk in de kerk weliswaar heel waardevol was, maar dat de waarheid toch nét anders was dan hij altijd preekte? "Mijn belangrijkste probleem was het beeld van de persoonlijke God, gezeten op de troon. Dat beeld was in mijn hoofd al geruime tijd aan het vervagen. En ik wist niet hoe ik God dan wél moest begrijpen of ervaren. Spinoza drukte precies in woorden uit wat al langer bij mij aan het groeien was: God is alles, er is niets buiten hem. Toen heb ik de overgang gemaakt van een transcendente, bovennatuurlijke God naar een immanente, in alles aanwezige God."
Knol verdiepte zich verder in Spinoza's werk, en vond een nieuwe missie: Spinoza aan de man brengen. De gewone man wel te verstaan, want daarvoor is Spinoza volgens Knol bijzonder geschikt. Sinds 2006 verschenen er in het kader van deze missie drie toegankelijke, veelal goed ontvangen boeken van Knols hand, zoals 'Spinoza's intuïtie' (2009). Dit jaar kwam daar een taaiere maar prikkelende uitgave bij: 'Korte verhandeling over God, de mens en zijn geluk'.
Eén groep hield Knol altijd bewust buiten zijn nieuwe boodschap: zijn gemeenteleden in het Drentse Smilde. "Sommigen zijn uit eigen beweging mijn boekjes gaan lezen. Maar ik heb ze er nooit mee lastig gevallen. Ik vond dat ik tegenover hen trouw moest blijven aan de beelden en de taal van het christelijk geloof. Ik hou ook niet van ruzie in de kerk, ik ben niet zo'n held. Maar nu ik met emeritaat ben, moet ik maar eens uit de kast komen als spinozist."
Verwacht u daar nog herrie van?
"Ik ben natuurlijk geen Kuitert of Hendrikse. Die breken de boel alleen maar af. Die zeggen elk op hun eigen manier dat God niet bestaat. Daar hou ik helemaal niet van. Ik beweer zo ongeveer het tegendeel."
U zegt dat God alles is. Wat heeft dat voor zin?
"Volgens Spinoza staat God niet boven of buiten het universum, maar valt hij met het eindeloos en eeuwig universum samen. Zoals een danseres met haar dans. Spinoza's motto luidt dan ook 'God ofwel de Natuur'. Al wat is, is uitdrukking of modus van God. Maar het gaat Spinoza niet om dat woord. God is ook maar een woord. Je kunt ook zeggen: het zijn.
"En wat betreft de zin die het kan hebben: je kunt er gelukkig door worden. Omdat je gaat inzien dat niets voor niets gebeurt. Spinoza's hoofdstelling luidt: 'Uit de noodzaak van de goddelijke natuur volgen eindeloos veel dingen op eindeloos veel wijzen.' Er is dan ook niets toevallig. Alles is door de noodzaak van de Goddelijke Natuur bepaald om op een zekere manier te bestaan en te werken. Alles is perfect, waaronder Spinoza verstaat: het is zoals het is, en kan niet anders zijn."
Dan is de mens niet vrij.
"Er is wel vrijheid, maar die krijg je pas doordat je de noodzakelijkheid van alles inziet. De wetenschap geeft Spinoza nu gelijk. Spinoza's tijd staat pas op beginnen. Bij hem bestaat er geen vrije wil, maar ook geen zonde of schuld. Wel onwetendheid. Daar sprak Jezus ook al over toen hij aan het kruis hing: 'Vader, vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen'."
Marc van Dijk
Zijn werkzame leven lang was Jan Knol predikant. Nu hij met emeritaat is, preekt hij over de filosofie van Spinoza. Vandaag bejubelt hij tijdens de Spinozadag het leven zonder vrije wil.
Ergens rond het jaar 2000 zat Jan Knol in de trein, en las hij voor het eerst een boek over de zeventiende-eeuwse filosoof Baruch Spinoza. Het veranderde zijn wereld.
De gereformeerde predikant zat al zo'n dertig jaar in het vak en bevond zich in een algehele geloofscrisis. Knol: "Vanaf mijn eerste actieve jaren had ik de kerk zien verdampen. Dat ging me aan het hart - dat is nog steeds zo. Ik probeerde van alles om het tij te keren, maar het hielp niet, althans: niet genoeg. Ineens wist ik: het ligt aan de boodschap. Dat besef kwam door Spinoza."
Niet dat God overboord moest. Spinoza (1632-1677), de Joodse wonderleerling die al op jonge leeftijd uit de synagoge verbannen werd wegens zijn onorthodoxe vragen en ideeën, heeft altijd vastgehouden aan het begrip God. En toch werd hij al snel als een ketter beschouwd, een vijand van het geloof.
Knol: "Eigenlijk is dat vreemd, als je bedenkt hoe centraal God bij Spinoza staat - alleen al in zijn hoofdwerk de 'Ethica' valt het woord God zo'n zeshonderd keer. Als ze hem dan toch iets wilden verwijten, hadden ze hem beter van een teveel aan God kunnen beschuldigen. Hoewel ook dat onterecht was geweest."
Wat was het dat Jan Knol (1946) in die trein deed inzien dat zijn werk in de kerk weliswaar heel waardevol was, maar dat de waarheid toch nét anders was dan hij altijd preekte? "Mijn belangrijkste probleem was het beeld van de persoonlijke God, gezeten op de troon. Dat beeld was in mijn hoofd al geruime tijd aan het vervagen. En ik wist niet hoe ik God dan wél moest begrijpen of ervaren. Spinoza drukte precies in woorden uit wat al langer bij mij aan het groeien was: God is alles, er is niets buiten hem. Toen heb ik de overgang gemaakt van een transcendente, bovennatuurlijke God naar een immanente, in alles aanwezige God."
Knol verdiepte zich verder in Spinoza's werk, en vond een nieuwe missie: Spinoza aan de man brengen. De gewone man wel te verstaan, want daarvoor is Spinoza volgens Knol bijzonder geschikt. Sinds 2006 verschenen er in het kader van deze missie drie toegankelijke, veelal goed ontvangen boeken van Knols hand, zoals 'Spinoza's intuïtie' (2009). Dit jaar kwam daar een taaiere maar prikkelende uitgave bij: 'Korte verhandeling over God, de mens en zijn geluk'.
Eén groep hield Knol altijd bewust buiten zijn nieuwe boodschap: zijn gemeenteleden in het Drentse Smilde. "Sommigen zijn uit eigen beweging mijn boekjes gaan lezen. Maar ik heb ze er nooit mee lastig gevallen. Ik vond dat ik tegenover hen trouw moest blijven aan de beelden en de taal van het christelijk geloof. Ik hou ook niet van ruzie in de kerk, ik ben niet zo'n held. Maar nu ik met emeritaat ben, moet ik maar eens uit de kast komen als spinozist."
Verwacht u daar nog herrie van?
"Ik ben natuurlijk geen Kuitert of Hendrikse. Die breken de boel alleen maar af. Die zeggen elk op hun eigen manier dat God niet bestaat. Daar hou ik helemaal niet van. Ik beweer zo ongeveer het tegendeel."
U zegt dat God alles is. Wat heeft dat voor zin?
"Volgens Spinoza staat God niet boven of buiten het universum, maar valt hij met het eindeloos en eeuwig universum samen. Zoals een danseres met haar dans. Spinoza's motto luidt dan ook 'God ofwel de Natuur'. Al wat is, is uitdrukking of modus van God. Maar het gaat Spinoza niet om dat woord. God is ook maar een woord. Je kunt ook zeggen: het zijn.
"En wat betreft de zin die het kan hebben: je kunt er gelukkig door worden. Omdat je gaat inzien dat niets voor niets gebeurt. Spinoza's hoofdstelling luidt: 'Uit de noodzaak van de goddelijke natuur volgen eindeloos veel dingen op eindeloos veel wijzen.' Er is dan ook niets toevallig. Alles is door de noodzaak van de Goddelijke Natuur bepaald om op een zekere manier te bestaan en te werken. Alles is perfect, waaronder Spinoza verstaat: het is zoals het is, en kan niet anders zijn."
Dan is de mens niet vrij.
"Er is wel vrijheid, maar die krijg je pas doordat je de noodzakelijkheid van alles inziet. De wetenschap geeft Spinoza nu gelijk. Spinoza's tijd staat pas op beginnen. Bij hem bestaat er geen vrije wil, maar ook geen zonde of schuld. Wel onwetendheid. Daar sprak Jezus ook al over toen hij aan het kruis hing: 'Vader, vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen'."