Deugd..... E Iv,s20
Gewoonlijk wordt deugd geassocieerd met zelfopofferende liefde. Spinoza lijkt exact het tegendeel eronder te verstaan:, Hoe capabeler iemand is in het zoeken van zijn nut,d.w.z. in het bewaren van zijn bestaan, hoe deugdzamer hij is; en omgekeerd, hoe meer iemand zijn nut, d.w.z. het bewaren van zijn bestaan veronachtzaamt, hoe ondeugdzamer hij is.
Door deelname aan de energie van God of de natuur is de natuur van alles en iedereen,om zoveel mogelijk in zijn bestaan te volharden en zich naar zijn eigen aard te ontplooien, Naarmate daaraan beantwoord wordt, kan iets of iemand deugdzaam genoemd worden.
Maar als Spinoza deugd definieert als ”het eigenbelang of zelfbehoud zoeken”, bedoelt hij zeker niet het zoeken van eigenbelang ten koste van anderen, zoiets als ikke,ikke en de rest kan stikke.
Integendeel, het zoeken van eigenbelang sluit het zoeken van andermans belang niet uit maar juist helemaal in. Die anderen hebben we immers heel hard nodig voor ons zelfbehoud. Zonder anderen kunnen we absoluut niet. Als we alleen op onszelf blijven, blijven gewoon nergens; een enkeling is een drenkeling.
Daarom doen we er goed aan op anderen even zuinig te zijn als op onszelf; hen lief te hebben als onszelf; zelfs ook diegenen die we niet zo graag mogen, we hebben ze gewoonweg hard nodig. Laten we daarom even hard hun voordeel als ons eigen voordeel zoeken. Door anderen te helpen helpen we onszelf zijn.
Hoe beter we voor anderen zijn, hoe beter we voor onszelf zijn. Kortom, deugd is onszelf handhaven, inclusief anderen. Hoe beter we dat doen, hoe groter onze deugd is.
En voor zelfhandhaving gebruikt alles en iedereen uiteraard zijn sterkste wapen. Voor een haai zijn
dat zijn tanden, voor een jaguar is dat zijn snelheid, voor een brandnetel zijn branderigheid. En voor de mens is kennis en inzicht zijn sterkste eigenschap om zich overeind te houden.
Gewoonlijk wordt deugd geassocieerd met zelfopofferende liefde. Spinoza lijkt exact het tegendeel eronder te verstaan:, Hoe capabeler iemand is in het zoeken van zijn nut,d.w.z. in het bewaren van zijn bestaan, hoe deugdzamer hij is; en omgekeerd, hoe meer iemand zijn nut, d.w.z. het bewaren van zijn bestaan veronachtzaamt, hoe ondeugdzamer hij is.
Door deelname aan de energie van God of de natuur is de natuur van alles en iedereen,om zoveel mogelijk in zijn bestaan te volharden en zich naar zijn eigen aard te ontplooien, Naarmate daaraan beantwoord wordt, kan iets of iemand deugdzaam genoemd worden.
Maar als Spinoza deugd definieert als ”het eigenbelang of zelfbehoud zoeken”, bedoelt hij zeker niet het zoeken van eigenbelang ten koste van anderen, zoiets als ikke,ikke en de rest kan stikke.
Integendeel, het zoeken van eigenbelang sluit het zoeken van andermans belang niet uit maar juist helemaal in. Die anderen hebben we immers heel hard nodig voor ons zelfbehoud. Zonder anderen kunnen we absoluut niet. Als we alleen op onszelf blijven, blijven gewoon nergens; een enkeling is een drenkeling.
Daarom doen we er goed aan op anderen even zuinig te zijn als op onszelf; hen lief te hebben als onszelf; zelfs ook diegenen die we niet zo graag mogen, we hebben ze gewoonweg hard nodig. Laten we daarom even hard hun voordeel als ons eigen voordeel zoeken. Door anderen te helpen helpen we onszelf zijn.
Hoe beter we voor anderen zijn, hoe beter we voor onszelf zijn. Kortom, deugd is onszelf handhaven, inclusief anderen. Hoe beter we dat doen, hoe groter onze deugd is.
En voor zelfhandhaving gebruikt alles en iedereen uiteraard zijn sterkste wapen. Voor een haai zijn
dat zijn tanden, voor een jaguar is dat zijn snelheid, voor een brandnetel zijn branderigheid. En voor de mens is kennis en inzicht zijn sterkste eigenschap om zich overeind te houden.