Het kwaad in de mens.
‘Bataille wordt de filosoof van het kwaad genoemd. Maar eigenlijk is hij zijn hele leven bezig geweest met de vraag hoe we het verschrikkelijke kwaad in de wereld een plaats kunnen geven’, zegt filosoof Emanuel Rutten. Dit lukte hem uiteindelijk door het kwaad te erkennen als deel van ons mens-zijn.
‘Volgens Bataille hebben we door wetten en regels op te stellen geprobeerd het goede radicaal te scheiden van het kwade’ , zegt Rutten. ‘Dat hebben we gedaan in een poging het kwaad uit te bannen. Bataille laat zien dat dit niet kan. We kunnen onze ogen hier niet voor sluiten. We moeten erkennen dat het gewelddadige, het destructieve, het verwerpelijke ook ten dele in ons huist.’
‘We creëren weliswaar een wereld van arbeid, orde en regelmaat door taboes en verboden in te stellen, maar het is onvermijdelijk dat we deze verboden overschrijden. Bataille wil hiermee de bestaande orde niet omver werpen. In tegendeel. Hij wil de bestaande orde vitaliseren. Door te erkennen dat we soms ook grensoverschrijding nodig hebben, blijft de orde behouden. Op deze manier geeft hij het kwaad een plaats. Het maakt deel uit van ons mens-zijn. Dat moeten we volgens hem erkennen.’
‘Hier introduceert Bataille een nieuw mensbeeld. De mens is volgens hem niet alleen een gemeenschapswezen, wat Aristoteles een zoon politikon noemt, maar ook een transgressief wezen. De mens is van nature een wezen dat in zijn eigen bestaan op zoek is naar grensoverschrijding. Bataille ontdekt dat veel menselijke ervaringen grensoverschrijdend zijn. Ervaringen van erotiek en seksualiteit, maar ook van offeren, mystiek, doodsfascinatie of geweld treden allemaal buiten de normale orde. Deze normale orde noemt Bataille de discontinuïteit waarin we normaal gesproken functioneren. Het is de wereld van arbeid, orde en regelmaat. In de grensoverschrijdende ervaringen worden we eventjes opgenomen in wat Bataille de continuïteit noemt. Het is een moment van versmelting waarin alle onderscheidingen wegvallen, wat hij ook de innerlijke ervaring noemt.’
‘De innerlijke ervaring van grensoverschrijding is niet moreel geladen. Het gaat Bataille er niet om of iets goed of slecht is.
Het is. Hij stelt dat in het begin van de geschiedenis mens en dier samen gingen. Op een bepaald moment maakte de mens zich los uit zijn dierlijke toestand. Hij begon zich te schamen voor zijn seksualiteit en werd zich bewust van zijn sterfelijkheid. Daarom maakte de mens zich los van zijn oorspronkelijke staat, van wat Bataille de continuïteit noemt. Dit kon alleen maar door verboden te introduceren en een wet op te stellen om daarmee de gewelddadige continuïteit op afstand te houden. Toch verlangen we naar de continuïteit waar we ons van hebben losgemaakt. We willen opgenomen worden in de continuïteit van het zijn. En dat doen we in de grensoverschrijding. Dit is hoe de mens volgens Bataille is en dat is slecht, noch goed.’
Emanuel Rutten is filosoof en wiskundige.
‘Bataille wordt de filosoof van het kwaad genoemd. Maar eigenlijk is hij zijn hele leven bezig geweest met de vraag hoe we het verschrikkelijke kwaad in de wereld een plaats kunnen geven’, zegt filosoof Emanuel Rutten. Dit lukte hem uiteindelijk door het kwaad te erkennen als deel van ons mens-zijn.
‘Volgens Bataille hebben we door wetten en regels op te stellen geprobeerd het goede radicaal te scheiden van het kwade’ , zegt Rutten. ‘Dat hebben we gedaan in een poging het kwaad uit te bannen. Bataille laat zien dat dit niet kan. We kunnen onze ogen hier niet voor sluiten. We moeten erkennen dat het gewelddadige, het destructieve, het verwerpelijke ook ten dele in ons huist.’
‘We creëren weliswaar een wereld van arbeid, orde en regelmaat door taboes en verboden in te stellen, maar het is onvermijdelijk dat we deze verboden overschrijden. Bataille wil hiermee de bestaande orde niet omver werpen. In tegendeel. Hij wil de bestaande orde vitaliseren. Door te erkennen dat we soms ook grensoverschrijding nodig hebben, blijft de orde behouden. Op deze manier geeft hij het kwaad een plaats. Het maakt deel uit van ons mens-zijn. Dat moeten we volgens hem erkennen.’
‘Hier introduceert Bataille een nieuw mensbeeld. De mens is volgens hem niet alleen een gemeenschapswezen, wat Aristoteles een zoon politikon noemt, maar ook een transgressief wezen. De mens is van nature een wezen dat in zijn eigen bestaan op zoek is naar grensoverschrijding. Bataille ontdekt dat veel menselijke ervaringen grensoverschrijdend zijn. Ervaringen van erotiek en seksualiteit, maar ook van offeren, mystiek, doodsfascinatie of geweld treden allemaal buiten de normale orde. Deze normale orde noemt Bataille de discontinuïteit waarin we normaal gesproken functioneren. Het is de wereld van arbeid, orde en regelmaat. In de grensoverschrijdende ervaringen worden we eventjes opgenomen in wat Bataille de continuïteit noemt. Het is een moment van versmelting waarin alle onderscheidingen wegvallen, wat hij ook de innerlijke ervaring noemt.’
‘De innerlijke ervaring van grensoverschrijding is niet moreel geladen. Het gaat Bataille er niet om of iets goed of slecht is.
Het is. Hij stelt dat in het begin van de geschiedenis mens en dier samen gingen. Op een bepaald moment maakte de mens zich los uit zijn dierlijke toestand. Hij begon zich te schamen voor zijn seksualiteit en werd zich bewust van zijn sterfelijkheid. Daarom maakte de mens zich los van zijn oorspronkelijke staat, van wat Bataille de continuïteit noemt. Dit kon alleen maar door verboden te introduceren en een wet op te stellen om daarmee de gewelddadige continuïteit op afstand te houden. Toch verlangen we naar de continuïteit waar we ons van hebben losgemaakt. We willen opgenomen worden in de continuïteit van het zijn. En dat doen we in de grensoverschrijding. Dit is hoe de mens volgens Bataille is en dat is slecht, noch goed.’
Emanuel Rutten is filosoof en wiskundige.