[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
Tenach
De Tenach (Hebreeuws: תנ"ך - Tanach) is de bijbel van het jodendom. De Tenach bevat 39 Bijbelboeken die ook in het Oude Testament voorkomen (maar in een andere volgorde). Een alternatieve naam is Mikra wat 'geschrift' betekent.Inhoud
[verbergen]
- 1 Het woord Tenach
- 2 Hoofdindeling
- 2.1 Thora
- 2.2 Profeten
- 2.3 Geschriften
3 Boeken, per hoofddeel
3.1 Thora 3.2 Profeten 3.3 Geschriften 4 Externe links
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
Thora
De Thora, ook gespeld als Tora(h), (Hebreeuws: תּוֹרָה) (behalve als 'Tora' ook wel uitgesproken als Nederlands-Asjkenazisch: 'Touro') is een Hebreeuws woord dat onderwijzing, leer, instructie of wet betekent. In het jodendom gebruikt men dit woord meestal voor de eerste vijf boeken van de Tenach (Hebreeuwse Bijbel), die de grondslag van het joodse geloof vormen en daarmee als de voornaamste heilige boeken van deze monotheïstische godsdienst gelden.
De vijf boeken van de Thora zijn:
- Bereesjiet (Genesis)
- Sjemot (Exodus)
- Wajikra (Leviticus)
- Bemidbar (Numeri)
- Dewariem (Deuteronomium)
Tezamen staan deze vijf Thoraboeken ook bekend als:
- De Vijf Boeken van Mozes
- De Pentateuch
- Chamisja Choemsjee Torah (Hebreeuws: חמשה חומשי תורה, de 'vijf boeken van de Thora')
- Choemasj (Hebreeuws: חומש, afgeleid van het Hebreeuwse woord chameesj dat 'vijf' betekent).
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
Halacha
De Halacha (Hebreeuws: הלכה) of haloche (Nederlands-Jiddisch) is het totaal van goddelijke en rabbijnse wetgeving die gefundeerd is in de Thora en opgetekend in de Rabbijnse literatuur vanaf de 4e eeuw voor de gebruikelijke jaartelling tot vandaag. Het Hebreeuwse woord halacha is afgeleid van de woordstam van lopen of gaan, halach, waarmee wordt gesuggereerd dat dit de weg is die joden dienen te belopen of te begaan.
Het bijvoeglijk naamwoord van halacha, halachisch, betekent volgens de (rabbijnse) joodse wet, letterlijke vertaling "het pad" of "de manier van lopen". Het wordt gebruikt om aan te duiden of iets in overeenstemming is (halachisch toegestaan) of strijdig is (halachisch verboden) met de leerregels uit de Thora, de Talmoed of latere rabbijnse wetsopvattingen. Daarnaast markeert het de grens tussen traditioneel jodendom en alles wat daar buiten ligt; wat halachisch-joods is, is rechtstreeks herleidbaar via het rabbijnse jodendom tot het door God geuite woord van de Thora. Wat niet halachisch-joods is, mist die aansluiting op de grondslag en staat daarmee buiten het traditionele jodendom.
Het fundament van de joodse wet en traditie (halacha) is de Thora, de vijf boeken van Mozes. Volgens de rabbijnse traditie zijn er 613 verplichtingen (613 mitswot) in de Thora. Niet alle 613 zijn steeds voor iedereen, altijd en op iedere plek van toepassing. Sommige van deze wetten zijn alleen van toepassing op mannen, andere alleen op vrouwen, sommige alleen op priesters (kohaniem) of op leden van de stam van Levi, op personen die de agrarische producten van het Land van Israël behandelen (verbouwen, eten, etc.), etc. Vele wetten waren slechts relevant toen de joodse Tempel nog bestond. Minder dan 300 van deze geboden zijn vandaag nog toepasselijk. Ondanks dat er Joodse groepen zijn ontstaan die zich alleen op de geschreven tekst van de Thora baseerden (met name de Sadduceeërs, Beta Israël en de Karaïeten), volgden de meeste joden wat bekendstaat als de mondelinge wet.
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
Mitswa
Mitswa, of Nederlands-Jiddisj: mitswe (Hebreeuws: מצווה, meervoud mitswot, van tsiwa - beviel) is het Hebreeuwse woord voor gebod en wordt in het jodendom gebruikt om te verwijzen naar de wetten in de Thora of de uitwerking hiervan in de joodse wet. In wijder gebruik kan een 'mitswa' ook een handeling van barmhartigheid zijn die niet expliciet wordt geboden in het jodendom, zoals de begrafenis van het lichaam van een onbekend persoon. Volgens het jodendom zijn vrijwel alle morele handelingen (die niet botsen met expliciete wetten) in essentie goddelijke geboden.
Volgens de Talmoed zouden er 613 mitswot (613 geboden) zijn, waarvan twee direct door God werden gegeven en 611 door God via Mozes. Vanaf de middeleeuwen verschenen er lijsten met de 613 mitswot, die echter onderling verschillen. De bekendste lijst is die van Maimonides. Er bestaan tal van andere typologieën die de mitswot in groepen delen. Bovendien zijn vele mitswot niet meer van kracht sinds de verwoesting van de Joodse tempel of alleen van kracht in Israël (en dan soms ook nog alleen in schrikkeljaren).
Vanaf het moment dat een persoon volgens het jodendom volwassen is, wordt zij/hij geacht de geboden te vervullen. Dat is bij meisjes op twaalfjarige leeftijd en bij jongens op dertienjarige leeftijd. Vandaar ook dat op die dag respectievelijk het bat mitswa- en het bar mitswa-feest wordt gevierd (dochter respectievelijk zoon van het gebod). De religieuze verplichting om de mitswot te vervullen staat evenwel los van het al dan niet vieren van het feest.
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
613 mitswot
De 613 mitswot (geboden) zijn een lijst met geboden die volgens de Joden door God via de Thora aan hen zijn gegeven. Deze geboden vormen het hart van de halacha, de religieus-joodse regelgeving. Aan de hand van de verwijzingen naar stukken in de Thora (de eerste vijf boeken van de Tenach) wordt weergegeven wat de bron van elke mitswa (gebod) is.Inhoud
- 1 De 613 geboden
- 1.1 God
- 1.2 Thora
- 1.3 Tekenen en symbolen
- 1.4 Gebeden en zegeningen
- 1.5 Liefde en broederschap
- 1.6 De armen en de ongelukkige
- 1.7 Behandeling van de niet-Joden
- 1.8 Huwelijk, scheiding en familie
- 1.9 Verboden seksuele relaties
- 1.10 Tijden en seizoenen
- 1.11 Spijswetten
- 1.12 Zakelijke praktijken
- 1.13 Werknemers, dienstknechten en slaven
- 1.14 Geloften, eden en zweren
- 1.15 De Sabbatjaren en de Jubeljaren
- 1.16 De rechtbank en juridische procedures
- 1.17 Letsels en schade
- 1.18 Eigendom en eigendomsrecht
- 1.19 Strafrecht en schadeloosstelling
- 1.20 Profetieën
- 1.21 Afgoderij, afgodendienaars en toepassing van afgoderij
- 1.22 Landbouw en het houden van dieren
- 1.23 Kleding
- 1.24 Eerstgeborene
- 1.25 Priesters en Levieten
- 1.26 Offers, tienden en belasting
- 1.27 De Tempel, het Heiligdom en de Heilige voorwerpen
- 1.28 Opofferingen en offers
- 1.29 Reinheid en onreinheid
- 1.30 Lepra en lepralijders
- 1.31 De koning
- 1.32 Nazireeër / ingewijden
- 1.33 Oorlogen
2 Zie ook
[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
Talmoed
De Talmoed (Hebreeuws: תלמוד) (= mondelinge leer) is na de Tenach (voor christenen het Oude Testament) het belangrijkste boek binnen het jodendom. Het bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach, veelal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt. Door deze aanvankelijk mondelinge traditie van uitlegging en verklaring van de Wet en profeten vanaf de tijd van Mozes is er zo een zeer uitgebreide samenstelling van mogelijke uitleggingen, wetsprecedenten, anekdotes, legenden en mythen verzameld.