Oprimidos por la casta
12 DE JUNIO: DÍA MUNDIAL CONTRA EL TRABAJO INFANTIL
Los dalits de la India sufren desde la cuna las consecuencias de la segregación.
De por vida se ven privados de sus derechos fundamentales.
Golu se levanta cada día sin despertador. No tiene, ni siquiera sabe lo que es. Pero lo que sí
sabe es que, antes de salir el sol, debe abrir los ojos y salir a las calles para recoger basura.
Se frota los ojos, agarra su saco, lo apoya en su hombro y empieza a caminar.
Vive en Varanasi, la ciudad sagrada del hinduismo, en India. Le rodean templos, los primeros
cánticos, bolsas de plástico, vacas, insectos y algunas cabras. Prefiere salir a esa hora, cuando las
calles están repletas de objetos que puede reciclar y vender y la muchedumbre todavía le permite
transitar con más espacio.
Pero, sea a la hora que sea, cuando deambula en busca de desechos es como si no existiera,
nadie le dirige la mirada. Se torna invisible y es considerado “impuro” por estar en contacto
con la suciedad. Así lo afirman las personas indias de casta superior, traduciéndolo al despiadado
vocablo “intocable” en referencia a que se evita el acto de tocarlos para no perder su grado de
pureza.
.............................................................................
Onderdrukt vanwege hun kaste.
12 juni: Werelddag tegen kinderarbeid
De dalits in India lijden onder de gevolgen van segregatie vanaf hun geboorte.
Voor het leven beroofd van hun fundamentele rechten.
Golu staat elke dag op zonder een wekker. Hij heeft er geen, hij weet niet eens wat dat is. Maar
wat hij wel weet is, voordat de zon opkomt, doet hij zijn ogen open en gaat de straat op om vuilnis
te verzamelen. Hij wrijft zijn ogen, grijpt zijn jas, slaat hem over zijn schouder en begint te lopen.
Hij woont in Varanasi, de heilige stad van het Hindoeïsme in India. Ze is omgeven door tempels, de
eerste “canticos”, plastic zakken, koeien, insecten en sommige geiten. Hij verkiest naar buiten te
gaan op dit uur, als de straten gevuld zijn met objecten die hij kan recyclen en verkopen en de
menigte hem meer ruimte geeft om zich te verplaatsen.
Maar, hoe het ook zij, wanneer hij dwaalt op zoek naar afval is het alsof hij niet bestaat, niemand
gunt hem een blik. Hij is onzichtbaar en wordt beschouwd als "onrein" omdat hij in contact komt
met het vuil. Dus vertalen India’s “hogere kasten” onrein in het meedogenloze woord
"onaanraakbaar" om te voorkómen dat ze hen zouden aanraken om niet hun eigen mate
van zuiverheid te verliezen.
https://vimeo.com/123874855 --- (Vergeet de tekst: laat de sfeerbeelden inwerken)
http://elpais.com/elpais/2015/06/11/planeta_futuro/1434029611_548503.html
12 DE JUNIO: DÍA MUNDIAL CONTRA EL TRABAJO INFANTIL
Los dalits de la India sufren desde la cuna las consecuencias de la segregación.
De por vida se ven privados de sus derechos fundamentales.
Golu se levanta cada día sin despertador. No tiene, ni siquiera sabe lo que es. Pero lo que sí
sabe es que, antes de salir el sol, debe abrir los ojos y salir a las calles para recoger basura.
Se frota los ojos, agarra su saco, lo apoya en su hombro y empieza a caminar.
Vive en Varanasi, la ciudad sagrada del hinduismo, en India. Le rodean templos, los primeros
cánticos, bolsas de plástico, vacas, insectos y algunas cabras. Prefiere salir a esa hora, cuando las
calles están repletas de objetos que puede reciclar y vender y la muchedumbre todavía le permite
transitar con más espacio.
Pero, sea a la hora que sea, cuando deambula en busca de desechos es como si no existiera,
nadie le dirige la mirada. Se torna invisible y es considerado “impuro” por estar en contacto
con la suciedad. Así lo afirman las personas indias de casta superior, traduciéndolo al despiadado
vocablo “intocable” en referencia a que se evita el acto de tocarlos para no perder su grado de
pureza.
.............................................................................
Onderdrukt vanwege hun kaste.
12 juni: Werelddag tegen kinderarbeid
De dalits in India lijden onder de gevolgen van segregatie vanaf hun geboorte.
Voor het leven beroofd van hun fundamentele rechten.
Golu staat elke dag op zonder een wekker. Hij heeft er geen, hij weet niet eens wat dat is. Maar
wat hij wel weet is, voordat de zon opkomt, doet hij zijn ogen open en gaat de straat op om vuilnis
te verzamelen. Hij wrijft zijn ogen, grijpt zijn jas, slaat hem over zijn schouder en begint te lopen.
Hij woont in Varanasi, de heilige stad van het Hindoeïsme in India. Ze is omgeven door tempels, de
eerste “canticos”, plastic zakken, koeien, insecten en sommige geiten. Hij verkiest naar buiten te
gaan op dit uur, als de straten gevuld zijn met objecten die hij kan recyclen en verkopen en de
menigte hem meer ruimte geeft om zich te verplaatsen.
Maar, hoe het ook zij, wanneer hij dwaalt op zoek naar afval is het alsof hij niet bestaat, niemand
gunt hem een blik. Hij is onzichtbaar en wordt beschouwd als "onrein" omdat hij in contact komt
met het vuil. Dus vertalen India’s “hogere kasten” onrein in het meedogenloze woord
"onaanraakbaar" om te voorkómen dat ze hen zouden aanraken om niet hun eigen mate
van zuiverheid te verliezen.
https://vimeo.com/123874855 --- (Vergeet de tekst: laat de sfeerbeelden inwerken)
http://elpais.com/elpais/2015/06/11/planeta_futuro/1434029611_548503.html