--------------------------------------------------------------------------------
Veel verslavingen hebben iets gemeen.
Dat het de psyche is, die het in stand houdt, maar ook dat er lichaamlijke reactie komen bij het je onthouden van je specifieke drug.
Dat het je psyche is, die zich zal moeten weren, maar ook dat je je lichaam opnieuw moet leren kennen en de kans en de hulp moet geven zich aan te passen.
Veel methoden zijn er al uitgeprobeerd en uit gevonden.
Veel kun je leren van elkaar.
Maar toch is ieder daarin weer uniek en zal zijn eigen weg moeten vinden.
Of het nu de nicotine is, de alcohol, de drug of het gokspel enz.
Kijk naar de gemeenschappelijke verschijnselen en je kunt ook daarinvan elkaar leren.
Hoe harder je aan iets niet wil denken, hoe belangrijker het wordt in je gedachten.
Het is me nog nooit met wilskracht gelukt om mezelf te dwingen niet te denken aan iets specifieks.
Bij mij ging het om mijn rookverslaving.
Uiteindelijk na 40 jaar roken is het me gelukt.
Het enige wat zin had bij mij was me te realiseren, waar, wanneer en waarom ik het meest zin had.
Aan de eerste 2 is bepaald gedrag aan verbonden, ook gedachtengedrag.
Als het je lukt dit gedrag te doorbreken, ben je al een heel eind, maar niet helemaal.
Je kunt daarmee je automatische gedrag doorbreken, het automatische grijpen naar... en het je pas realiseren dat je zit te roken, als je al een paar trekken hebt genomen.
Het nemen van een nicotine kauwgum en later naar een gewone kauwgum heeft mij veel geholpen.
Dit na de vraag om nicotine pleisters en het advies van mijn huisarts.
De nicotine-pleisters zouden naar zeggen een nicotine verslaving alleen maskeren en niet verminderen.
Blijft het waarom.
Waarom ik vaak naar een sigaret greep, als ik me dat wel bewust was en later dus de kauwgum.
Vaak was ik in een soort situatie, waarin ik het idee had, dat ik die situatie beter de baas kon met die sigaret.
Of dat nu een emotie was of een grote spanning in mijn lijf, die me naar een sigaret of naar iets eten deed grijpen.
Dat is het belangrijkste geweest voor mij.
Het aangaan en laten gebeuren, wat er zou kunnen gebeuren, als ik die sigaret niet zou nemen.
Dus feitelijk de angst
Ik bleek toch afkickverschijnselen te hebben, maar ervoer dat meer als gevolg van het feit. dat ik niet meer wegliep voor spanningen en emoties en begon die uit te werken door te gaan lopen, rondjes door de kamer soms.
Als ik dat even had gedaan, zag ik daar de humor van in, zag mij zover gezakt met mijn ego, dat ik mezelf ging uitlachen.
Dat was de grootste zet naar het besluit, maar zeker naar het volhouden, om nooit meer die sigaret aan te steken.