Het origineel en verdere uitwerkingen.
Zie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden
Een drogreden (schijnreden, denkfout, sofisme) is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.
De oudst bekende teksten hierover zijn de dialoog Euthydemus van Plato, waarin een reeks onbenoemde drogredenen de revue passeert, en het werk De sophistici(s) elenchi(s) van diens leerling Aristoteles [1]. In dit werkje werden door hem diverse figuren voor het eerst benoemd en ontleed en het staat nog steeds model voor publicaties over drogredenen, denkfouten, informele logica en argumentatieleer.
Net als een goede redenering bestaat een drogreden uit één of meer premissen (stellingen) of axioma's (niet bewezen aannames) waaruit een conclusie wordt getrokken of een aantal argumenten waarmee een mening wordt onderbouwd. De conclusie van een drogreden kan zowel juist als onjuist zijn, maar een drogreden voldoet niet aan de voorwaarden geldigheid en gezondheid. Dat wil zeggen dat de redenering niet geldig is (dan klopt de vorm van de redenering niet) en/of niet gezond is (dan zijn de stellingen niet geldig).
Drogredenen worden vaak opzettelijk gebruikt door demagogen. Volgens de Britse filosoof Jeremy Bentham konden ze enkel dienen om al wat krom is schijnbaar recht te praten: "Abuse can only be defended by fallacies" [2] [3]
Drogredenen worden echter ook nogal eens onopzettelijk gebruikt door mensen die niet weten dat het drogredenen zijn, maar veronderstellen dat het correcte argumenten zijn (het zijn dan eerder denk- of redeneerfouten). Verder worden drogredenen vaak in humor gebruikt. In dat geval ligt het bedrieglijke van de gepresenteerde gedachtegang er meestal dik bovenop. Doorgaans draait het dan om een dubbelzinnigheid of het met nogal absurde gevolgen wisselend in een ruime dan wel enge betekenis hanteren van eenzelfde term.
Ook in reclame komen drogredenen veelvuldig voor. In de bewering "de meeste tandartsen bevelen X aan" is bijvoorbeeld sprake van het beroep op autoriteit. Een ander cliché is: "Dermatologisch getest!" Immers, zolang de resultaten er niet bij worden vermeld, is dit geen logisch argument om een bepaald product te kopen.
Reeds in de klassieke oudheid onderscheidde men verschillende soorten drogredenen. Deze zijn nog steeds bekend onder hun Latijnse namen die er in de middeleeuwse scholastiek aan werden toegekend, zoals Argumentum ad baculum, Argumentum ad populum en Argumentum ad misericordiam. Ook aan 'moderne' drogredenen wordt wel een Latijnse naam toegekend, bijvoorbeeld de Reductio ad Hitlerum.
Drogredenen zijn soms moeilijk in een categorie onder te brengen. In de filosofie wordt vaak de indeling volgens Aristoteles gebruikt:
Formele drogredenen
drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit
Informele drogredenen
drogredenen waarbij in de premissen verkeerde aannames worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt
drogredenen waarbij de conclusie bereikt wordt door een onjuist gebruik van woorden
[bewerken] Drogredenen gebaseerd op een fout in de logica
Dit zijn drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit. Het zijn foutieve deductieve redeneringen.
[bewerken] Argumentum ad ignorantiam (argument van de onwetendheid)
Voetstoots wordt aangenomen dat een stelling waar is, omdat niet is bewezen dat zij onwaar is. Of omgekeerd: er wordt aangenomen dat een stelling onwaar is, omdat niet is bewezen dat zij waar is.
"Ik heb hem nooit met een vrouw op stap gezien, dus hij heeft geen vriendin."
Onjuiste logica: als iemand een vriendin heeft, dan gaat hij er mee op stap en dan zie ik dat.
"Je kunt niet bewijzen dat God niet bestaat, dus God bestaat."
"Je kunt niet bewijzen dat God bestaat, dus God bestaat niet."
Een uitzondering waar deze argumentatie niet als drogreden geldt, is in de rechtszaal ("U bent onschuldig totdat het tegendeel bewezen is"). In dat geval is er sprake van bewijslast.
[bewerken] Vals dilemma
Hierbij wordt ten onrechte het principe van de uitgesloten derde toegepast.
"Als je niet voor ons bent dan ben je tegen ons."
Er is ook een generaliserende variant.
"Als je het niet eens bent met ons plan, dan ben je tegen onze ideologie."
Een analoge vergelijking:
De kat is zwart of wit.
Ik weet dat de kat niet wit is.
Dus is de kat zwart.
Mensen worden in een vals dilemma gedwongen door te doen alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er meer zijn.
Het vals dilemma wordt doorgaans ook wel zwart-wit denken genoemd.
[bewerken] Argumentum ex silentio (wie zwijgt stemt toe)
Een conclusie op grond van iets dat niet gezegd wordt, dus een stellingname die wordt afgeleid uit zwijgen.
"'Heeft het koningshuis ons generaties lang bestolen?', vroeg ik aan de koningin. Daar had ze mooi geen antwoord op, dus het koningshuis had ons generaties lang bestolen."
"Mijn vader heeft nooit gezegd dat hij tegen de dienstplicht was. Die steunde dus de oorlog."
[bewerken] Non sequitur (het volgt er niet uit)
Een drogreden waarbij de spreker een mening of conclusie formuleert die logisch gezien niet uit de argumenten of premisse volgt.
"Bij 25% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder alcohol gedronken en bij 80% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder koffie gedronken. Het is dus veiliger als de bestuurder alcohol drinkt i.p.v. koffie."
De onjuiste logica komt voort uit het feit dat de verkeerde getallen vergeleken worden. Het is zaak het percentage alcoholdrinkers dat in een ongeval terecht komt te vergelijken met het percentage van de koffiedrinkers dat in een ongeval terecht komt.
[bewerken] Retrorsum causa et effectus (omkering oorzaak en gevolg)
"Kinderen die veel tv kijken, zijn vaak gewelddadiger. De tv maakt kinderen gewelddadig."
Deze redenering is onjuist, omdat het omgekeerde ook waar zou kunnen zijn; kinderen die gewelddadig zijn, zouden ook gewoon meer van tv kunnen houden.
[bewerken] Post hoc ergo propter hoc (na dit, dus vanwege dit)
Er wordt een oorzakelijk verband gesuggereerd dat er in werkelijkheid niet hoeft te zijn. Feit B treedt op na feit A en feit B wordt daarom gepresenteerd als gevolg van feit A.
"De patiënt genas enkele dagen nadat hij middel X kreeg, dus dit middel heeft hem genezen."
"De zon komt altijd op nadat de haan gekraaid heeft, dus de zon komt op ómdat de haan kraait."
[bewerken] Cum hoc ergo propter hoc (met dit, dus vanwege dit)
Net als bij de bovenstaande drogreden wordt hier een oorzakelijk verband gesuggereerd dat er in werkelijkheid niet hoeft te zijn. Het verschil is dat feit A en B nu tegelijk optreden.
"Zij was in augustus op vakantie met John. Zij is in augustus zwanger geworden. Dus zij is zwanger van John."
"Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging. Dat kan toch geen toeval zijn!"
[bewerken] Bevestiging van het gevolg
Een conclusie trekken die gebaseerd is op het gevolg van die conclusie.
"Als ik alle kritiek op Rita Verdonk lees, dan kan ik alleen maar concluderen dat zij de zaak Hirsi Ali niet goed heeft aangepakt."
[bewerken] Willekeurige correlatie
Zoeken van correlaties tussen om het even wat.
"Gisteren vlogen de zwaluwen hoog en het is vandaag mooi weer. Nu vliegen de zwaluwen weer hoog, dus het zal morgen ook mooi weer worden."
Hier wordt een verband gezien tussen twee zaken die niets met elkaar te maken hebben.
[bewerken] Negeren van alternatieve hypothesen
Over het hoofd zien van alternatieve hypothesen.
"Er zijn UFO's gezien, dus er is buitenaards leven."
De genegeerde alternatieve hypothese is dat UFO-meldingen op misverstanden of grappenmakerijen berusten.
[bewerken] Overhaaste generalisatie (secundum quid)
De wet van de kleine getallen of overhaaste generalisatie; (zie ook Misbruik van statistische gegevens).
"Het is de afgelopen vijf jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert."
De denkfout is hier dat er een algemene regel wordt afgeleid uit slechts enkele gevallen.
[bewerken] Drogredenen gebaseerd op onjuiste premissen
Dit zijn drogredenen waarbij in de premissen verkeerde aannames worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt.
[bewerken] Ad hominem (op de persoon)
Persoonlijke aanval op de tegenstander om zijn geloofwaardigheid in twijfel te trekken en zodoende ook zijn standpunt. Op de man spelen en niet op de bal.
"Wat weet een dronkenlap zoals jij van politiek?"
[bewerken] Tu quoque (jij net zo, jij-bak)
Verwijt van schijnheiligheid, je ontzegt de ander recht van spreken vanwege zijn eigen gedrag of uitspraken in het verleden. Dit is een specifieke vorm van de persoonlijke aanval.
"Waarom verwijt je mij dat ik steel? Dat heb je zelf vroeger ook gedaan..."
Onjuiste premisse: alles wat je zelf doet of gedaan hebt moet je altijd goedkeuren.
[bewerken] Ad verecundiam (autoriteitsdrogreden)
Bij de drogreden ad verecundiam gebruikt men de (veronderstelde) autoriteit van een externe persoon of instantie als argument voor de juistheid van een bewering. Op zichzelf is het autoriteitsargument geen drogreden. Het steunt echter op een onderliggende, verborgen aanname, namelijk dat spreker en toehoorders de betreffende autoriteit ook als zodanig erkennen. Klopt die verborgen aanname niet, dan is logischerwijs ook het autoriteitsargument niet correct. In dat geval is sprake van een drogreden.
"Graancirkels zijn echt van buitenaardse wezens, want dat staat op internet."
Onjuiste premisse: informatie die op internet staat is altijd waar.
Zijn de discussiepartners het erover eens dat elk woord van Swami Bami waar is, dan vormt "zingen is slecht, want Swami heeft het gezegd" geen drogreden in een discussie tussen die gesprekspartners. De juistheid van de stelling volgt immers logischerwijs uit de (tussen partijen vaststaande) premisse "alles wat Swami zegt is waar".
[bewerken] Beroep op traditie
Bij het beroep op traditie wordt uitsluitend het feit dat iets in het verleden zus of zo gedaan is als argument aangevoerd om het op die wijze te doen. De verborgen aanname is, dat alles wat in het verleden goed gewerkt heeft, ook nu nog goed zal werken. Dat hoeft echter niet het geval te zijn. De drogreden gaat eraan voorbij dat er intussen betere methoden kunnen bestaan.
"Ik zie niet in waarom ik e-mail nodig zou hebben. Onze familie heeft een lange traditie van brieven schrijven."
"Wikipedia? Nergens voor nodig, we hebben hier sinds jaar en dag de Winkler Prins."
[bewerken] Ad populum (met het oog op het volk)
Hiervan is sprake wanneer men de juistheid van een stelling tracht te bewijzen door aan te voeren dat er een meerderheid voor te vinden is. Zie ook populisme.
"De spelling is 'stropop' en niet 'stro-pop', want 'stropop' levert de meeste treffers op Google."
"Registratie van e-mailverkeer schendt de privacy niet, want 55% van de Nederlanders heeft er geen enkel bezwaar tegen."
"De monarchie is een goede zaak, want de meerderheid is er voorstander van."
Onjuiste premisse: de meerderheid heeft altijd gelijk.
Zie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden
Een drogreden (schijnreden, denkfout, sofisme) is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.
De oudst bekende teksten hierover zijn de dialoog Euthydemus van Plato, waarin een reeks onbenoemde drogredenen de revue passeert, en het werk De sophistici(s) elenchi(s) van diens leerling Aristoteles [1]. In dit werkje werden door hem diverse figuren voor het eerst benoemd en ontleed en het staat nog steeds model voor publicaties over drogredenen, denkfouten, informele logica en argumentatieleer.
Net als een goede redenering bestaat een drogreden uit één of meer premissen (stellingen) of axioma's (niet bewezen aannames) waaruit een conclusie wordt getrokken of een aantal argumenten waarmee een mening wordt onderbouwd. De conclusie van een drogreden kan zowel juist als onjuist zijn, maar een drogreden voldoet niet aan de voorwaarden geldigheid en gezondheid. Dat wil zeggen dat de redenering niet geldig is (dan klopt de vorm van de redenering niet) en/of niet gezond is (dan zijn de stellingen niet geldig).
Drogredenen worden vaak opzettelijk gebruikt door demagogen. Volgens de Britse filosoof Jeremy Bentham konden ze enkel dienen om al wat krom is schijnbaar recht te praten: "Abuse can only be defended by fallacies" [2] [3]
Drogredenen worden echter ook nogal eens onopzettelijk gebruikt door mensen die niet weten dat het drogredenen zijn, maar veronderstellen dat het correcte argumenten zijn (het zijn dan eerder denk- of redeneerfouten). Verder worden drogredenen vaak in humor gebruikt. In dat geval ligt het bedrieglijke van de gepresenteerde gedachtegang er meestal dik bovenop. Doorgaans draait het dan om een dubbelzinnigheid of het met nogal absurde gevolgen wisselend in een ruime dan wel enge betekenis hanteren van eenzelfde term.
Ook in reclame komen drogredenen veelvuldig voor. In de bewering "de meeste tandartsen bevelen X aan" is bijvoorbeeld sprake van het beroep op autoriteit. Een ander cliché is: "Dermatologisch getest!" Immers, zolang de resultaten er niet bij worden vermeld, is dit geen logisch argument om een bepaald product te kopen.
Reeds in de klassieke oudheid onderscheidde men verschillende soorten drogredenen. Deze zijn nog steeds bekend onder hun Latijnse namen die er in de middeleeuwse scholastiek aan werden toegekend, zoals Argumentum ad baculum, Argumentum ad populum en Argumentum ad misericordiam. Ook aan 'moderne' drogredenen wordt wel een Latijnse naam toegekend, bijvoorbeeld de Reductio ad Hitlerum.
Drogredenen zijn soms moeilijk in een categorie onder te brengen. In de filosofie wordt vaak de indeling volgens Aristoteles gebruikt:
Formele drogredenen
drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit
Informele drogredenen
drogredenen waarbij in de premissen verkeerde aannames worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt
drogredenen waarbij de conclusie bereikt wordt door een onjuist gebruik van woorden
Linken Wikipedia schreef:Inhoud
[verbergen]
- 1 Algemeen
- 2 Indeling
- 3 Drogredenen gebaseerd op een fout in de logica
- 3.1 Argumentum ad ignorantiam (argument van de onwetendheid)
- 3.2 Vals dilemma
- 3.3 Argumentum ex silentio (wie zwijgt stemt toe)
- 3.4 Non sequitur (het volgt er niet uit)
- 3.5 Retrorsum causa et effectus (omkering van oorzaak en gevolg)
- 3.6 Post hoc ergo propter hoc (na dit, dus door dit)
- 3.7 Cum hoc ergo propter hoc (met dit, dus door dit)
- 3.8 Bevestiging van het gevolg
- 3.9 Willekeurige correlatie
- 3.10 Negeren van alternatieve hypothesen
- 3.11 Secundum quid (overhaaste generalisatie/wet van de kleine getallen)
4 Drogredenen gebaseerd op onjuiste premissen
4.1 Ad hominem (op de persoon) 4.2 Tu quoque (jij ook, jij-bak[5]) 4.3 Ad verecundiam (autoriteitsargument) 4.4 Ad populum (met het oog op het volk) 4.5 Ad chartam (beroep op documenten/papier) 4.6 Reductio ad Hitlerum 4.7 Tijdsargumenten
4.7.1 Ad antiquitatem (beroep op traditie/het verleden) 4.7.2 Beroep op moderniteit 4.8 Ad passiones (beroep op emotie)
4.8.1 Ad metum, in terrorem, ad baculum (beroep op angst) 4.8.2 Ad odium (beroep op wrok) 4.8.3 Ad misericordiam (beroep op medelijden) 4.8.4 Beroep op genade 4.8.5 Bewijs per intimidatie 4.8.6 Beroep op vleierij 4.8.7 Wensdenken (wishful thinking) 5 Semantische drogredenen
5.1 Ad nauseam (misleidende of nodeloze herhaling) 5.2 Retoriek 5.3 Puzzel-denkfout 5.4 Ignoratio elenchi 5.5 Bewijs van wapperende handen of bewijs van de tikkende tijd 5.6 Bewijs op krediet (beroep op naderende aanvaarding) 5.7 Bewijs vanuit ontoegankelijkheid 5.8 Bewijs door subsidie 6 Omzeilen van de bewijslast
6.1 Ontduiken van de bewijslast 6.2 Verschuiven van de bewijslast 6.3 Omkeren van de bewijslast 7 Andere drogredenen
7.1 Petitio principii (cirkelredenering) 7.2 Ad consequentiam (beroep op gevolgen) 7.3 Hellendvlakredenering 7.4 Stropopredenering 7.5 Meervoudige vraag 7.6 Wet van Archimedes (foutieve toepassing daarvan naar analogie) 8 Redeneringen die op drogredenen lijken
8.1 Bewijs uit het ongerijmde (Reductio ad absurdum) 9 Manipulatie met niet aangetoonde bijvoeglijke naamwoorden 10 Zie ook 11 Externe link 12 Literatuur 13 Bronnen
[bewerken] Drogredenen gebaseerd op een fout in de logica
Dit zijn drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit. Het zijn foutieve deductieve redeneringen.
[bewerken] Argumentum ad ignorantiam (argument van de onwetendheid)
Voetstoots wordt aangenomen dat een stelling waar is, omdat niet is bewezen dat zij onwaar is. Of omgekeerd: er wordt aangenomen dat een stelling onwaar is, omdat niet is bewezen dat zij waar is.
"Ik heb hem nooit met een vrouw op stap gezien, dus hij heeft geen vriendin."
Onjuiste logica: als iemand een vriendin heeft, dan gaat hij er mee op stap en dan zie ik dat.
"Je kunt niet bewijzen dat God niet bestaat, dus God bestaat."
"Je kunt niet bewijzen dat God bestaat, dus God bestaat niet."
Een uitzondering waar deze argumentatie niet als drogreden geldt, is in de rechtszaal ("U bent onschuldig totdat het tegendeel bewezen is"). In dat geval is er sprake van bewijslast.
[bewerken] Vals dilemma
Hierbij wordt ten onrechte het principe van de uitgesloten derde toegepast.
"Als je niet voor ons bent dan ben je tegen ons."
Er is ook een generaliserende variant.
"Als je het niet eens bent met ons plan, dan ben je tegen onze ideologie."
Een analoge vergelijking:
De kat is zwart of wit.
Ik weet dat de kat niet wit is.
Dus is de kat zwart.
Mensen worden in een vals dilemma gedwongen door te doen alsof er maar twee keuzes zijn, terwijl er meer zijn.
Het vals dilemma wordt doorgaans ook wel zwart-wit denken genoemd.
[bewerken] Argumentum ex silentio (wie zwijgt stemt toe)
Een conclusie op grond van iets dat niet gezegd wordt, dus een stellingname die wordt afgeleid uit zwijgen.
"'Heeft het koningshuis ons generaties lang bestolen?', vroeg ik aan de koningin. Daar had ze mooi geen antwoord op, dus het koningshuis had ons generaties lang bestolen."
"Mijn vader heeft nooit gezegd dat hij tegen de dienstplicht was. Die steunde dus de oorlog."
[bewerken] Non sequitur (het volgt er niet uit)
Een drogreden waarbij de spreker een mening of conclusie formuleert die logisch gezien niet uit de argumenten of premisse volgt.
"Bij 25% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder alcohol gedronken en bij 80% van de dodelijke ongevallen had de bestuurder koffie gedronken. Het is dus veiliger als de bestuurder alcohol drinkt i.p.v. koffie."
De onjuiste logica komt voort uit het feit dat de verkeerde getallen vergeleken worden. Het is zaak het percentage alcoholdrinkers dat in een ongeval terecht komt te vergelijken met het percentage van de koffiedrinkers dat in een ongeval terecht komt.
[bewerken] Retrorsum causa et effectus (omkering oorzaak en gevolg)
"Kinderen die veel tv kijken, zijn vaak gewelddadiger. De tv maakt kinderen gewelddadig."
Deze redenering is onjuist, omdat het omgekeerde ook waar zou kunnen zijn; kinderen die gewelddadig zijn, zouden ook gewoon meer van tv kunnen houden.
[bewerken] Post hoc ergo propter hoc (na dit, dus vanwege dit)
Er wordt een oorzakelijk verband gesuggereerd dat er in werkelijkheid niet hoeft te zijn. Feit B treedt op na feit A en feit B wordt daarom gepresenteerd als gevolg van feit A.
"De patiënt genas enkele dagen nadat hij middel X kreeg, dus dit middel heeft hem genezen."
"De zon komt altijd op nadat de haan gekraaid heeft, dus de zon komt op ómdat de haan kraait."
[bewerken] Cum hoc ergo propter hoc (met dit, dus vanwege dit)
Net als bij de bovenstaande drogreden wordt hier een oorzakelijk verband gesuggereerd dat er in werkelijkheid niet hoeft te zijn. Het verschil is dat feit A en B nu tegelijk optreden.
"Zij was in augustus op vakantie met John. Zij is in augustus zwanger geworden. Dus zij is zwanger van John."
"Ik dacht net aan jou toen de telefoon ging. Dat kan toch geen toeval zijn!"
[bewerken] Bevestiging van het gevolg
Een conclusie trekken die gebaseerd is op het gevolg van die conclusie.
"Als ik alle kritiek op Rita Verdonk lees, dan kan ik alleen maar concluderen dat zij de zaak Hirsi Ali niet goed heeft aangepakt."
[bewerken] Willekeurige correlatie
Zoeken van correlaties tussen om het even wat.
"Gisteren vlogen de zwaluwen hoog en het is vandaag mooi weer. Nu vliegen de zwaluwen weer hoog, dus het zal morgen ook mooi weer worden."
Hier wordt een verband gezien tussen twee zaken die niets met elkaar te maken hebben.
[bewerken] Negeren van alternatieve hypothesen
Over het hoofd zien van alternatieve hypothesen.
"Er zijn UFO's gezien, dus er is buitenaards leven."
De genegeerde alternatieve hypothese is dat UFO-meldingen op misverstanden of grappenmakerijen berusten.
[bewerken] Overhaaste generalisatie (secundum quid)
De wet van de kleine getallen of overhaaste generalisatie; (zie ook Misbruik van statistische gegevens).
"Het is de afgelopen vijf jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert."
De denkfout is hier dat er een algemene regel wordt afgeleid uit slechts enkele gevallen.
[bewerken] Drogredenen gebaseerd op onjuiste premissen
Dit zijn drogredenen waarbij in de premissen verkeerde aannames worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt.
[bewerken] Ad hominem (op de persoon)
Persoonlijke aanval op de tegenstander om zijn geloofwaardigheid in twijfel te trekken en zodoende ook zijn standpunt. Op de man spelen en niet op de bal.
"Wat weet een dronkenlap zoals jij van politiek?"
[bewerken] Tu quoque (jij net zo, jij-bak)
Verwijt van schijnheiligheid, je ontzegt de ander recht van spreken vanwege zijn eigen gedrag of uitspraken in het verleden. Dit is een specifieke vorm van de persoonlijke aanval.
"Waarom verwijt je mij dat ik steel? Dat heb je zelf vroeger ook gedaan..."
Onjuiste premisse: alles wat je zelf doet of gedaan hebt moet je altijd goedkeuren.
[bewerken] Ad verecundiam (autoriteitsdrogreden)
Bij de drogreden ad verecundiam gebruikt men de (veronderstelde) autoriteit van een externe persoon of instantie als argument voor de juistheid van een bewering. Op zichzelf is het autoriteitsargument geen drogreden. Het steunt echter op een onderliggende, verborgen aanname, namelijk dat spreker en toehoorders de betreffende autoriteit ook als zodanig erkennen. Klopt die verborgen aanname niet, dan is logischerwijs ook het autoriteitsargument niet correct. In dat geval is sprake van een drogreden.
"Graancirkels zijn echt van buitenaardse wezens, want dat staat op internet."
Onjuiste premisse: informatie die op internet staat is altijd waar.
Zijn de discussiepartners het erover eens dat elk woord van Swami Bami waar is, dan vormt "zingen is slecht, want Swami heeft het gezegd" geen drogreden in een discussie tussen die gesprekspartners. De juistheid van de stelling volgt immers logischerwijs uit de (tussen partijen vaststaande) premisse "alles wat Swami zegt is waar".
[bewerken] Beroep op traditie
Bij het beroep op traditie wordt uitsluitend het feit dat iets in het verleden zus of zo gedaan is als argument aangevoerd om het op die wijze te doen. De verborgen aanname is, dat alles wat in het verleden goed gewerkt heeft, ook nu nog goed zal werken. Dat hoeft echter niet het geval te zijn. De drogreden gaat eraan voorbij dat er intussen betere methoden kunnen bestaan.
"Ik zie niet in waarom ik e-mail nodig zou hebben. Onze familie heeft een lange traditie van brieven schrijven."
"Wikipedia? Nergens voor nodig, we hebben hier sinds jaar en dag de Winkler Prins."
[bewerken] Ad populum (met het oog op het volk)
Hiervan is sprake wanneer men de juistheid van een stelling tracht te bewijzen door aan te voeren dat er een meerderheid voor te vinden is. Zie ook populisme.
"De spelling is 'stropop' en niet 'stro-pop', want 'stropop' levert de meeste treffers op Google."
"Registratie van e-mailverkeer schendt de privacy niet, want 55% van de Nederlanders heeft er geen enkel bezwaar tegen."
"De monarchie is een goede zaak, want de meerderheid is er voorstander van."
Onjuiste premisse: de meerderheid heeft altijd gelijk.
Laatst aangepast door Mariakat op 26.01.14 17:31; in totaal 2 keer bewerkt